24 november 2006
De grootste verwijtbare fout betreft de positionering van de VVD. Alle liberale kopstukken ontkennen voortdurend het belang van de links-rechtsschaal. Dat heeft de VVD enorme schade toegebracht. De irrationale afkeer voor een helder liberale, maar duidelijk rechtse koers heeft Wilders winst gebracht en Balkenende in het zadel gehouden.
Daarbij was Rutte in de campagne veel te gemaakt. Zijn krampachtig stevige toon botste met zijn linkse imago. Deze ongeloofwaardigheid werd visueel versterkt doordat hij nu ineens, in tegenstelling tot zijn gewoonte, wel een das droeg. Het meest veelzeggend is dat Rita Verdonk hoogstwaarschijnlijk veel meer voorkeursstemmen heeft gekregen, waarmee het ongelijk van Rutte en zijn aanhang pijnlijk duidelijk is.
Vanzelfsprekend speelt nu de vraag naar de positie van Rutte. Het zou goed zijn als hij de eer aan zichzelf houdt, maar de kans daarop is klein. Het partijkader is de verdediging al begonnen, vanzelfsprekend mede uit angst voor de eigen posities. Vandaar dat er alleen op externe redenen voor het verlies wordt gewezen. In de nabije toekomst geeft regeringsdeelname de grootste kans op rust, dus valt er in de kabinetsformatie een liberale uitverkoop te verwachten.
Het gevaar van een langdurige focus op het gebrekkige VVD-leiderschap is dat het grootste probleem vergeten wordt: het gebrek aan ideeën. Sinds het vertrek van Frits Bolkestein is de VVD de weg kwijt. De kern van het liberalisme is de vrijmaking van het individu van staatsbemoeienis. Maar de VVD heeft de afgelopen jaren de staat juist ‘hergewaardeerd’. In plaats van een pleidooi voor een kleine, maar sterke overheid werd de staat als redding gezien, met als dieptepunt het plan voor de invoering van de staatskinderopvang. Door in te stemmen met de uitbouw van de links-stemmende collectieve sector (zorg, onderwijs) creëerde de VVD haar eigen electorale afkalving. Het overheidsbudget is blijven groeien onder Zalm en door de onterechte vrees ‘niet sociaal’ te zijn heeft de VVD alleen marginaal gesleuteld aan de uitgedijde verzorgingsstaat. Het aantrekken van linkse, staatliefhebbende overlopers, zoals Hirsi Ali en Docters van Leeuwen, heeft ook een verkeerde uitstraling gehad. Het resultaat is een electoraal onaantrekkelijke, sociaal-liberale partij, die hard op weg is de afgang van D66 te overtreffen.
Edwin van de Haar (1971) is politicoloog. Momenteel is hij werkzaam als universitair docent internationale betrekkingen aan Ateneo de Manila University in de Filipijnen.
In 2008 promoveerde hij aan de Universiteit Maastricht op een proefschrift over het klassieke liberalisme en internationale betrekkingen. Hij behaalde Masters-graden in internationale betrekkingen aan de London School of Economics and Political Science en in politicologie aan de Universiteit Leiden.
Van zijn hand is het boek Classical Liberalism and International Relations Theory. Hume, Smith, Mises, and Hayek,New York en Basingstoke: Palgave Macmillan (september 2009).
Van de Haar schrijft regelmatig over de Filipijnen voor de buitenlandrubriek van Elsevier en publiceerde tientallen artikelen en geschriften over het liberalisme, de internationale betrekkingen, politieke theorie en de Nederlandse politiek.