Christendom en de Staat
Door Ryan McMaken
7 september 2004
De grootse libertarische activist en schrijver Frank Chodorov schreef ooit dat hoewel hij kon inzien waarom een libertarier geen Christen hoeft te zijn, hij niet begreep hoe een Christen geen libertarier kon zijn. Chodorov, zoon van een Joodse immigrant, zag in het Christendom de grootste en meest langdurige opponent van de macht van de staat. Lord Acton zei een eeuw daarvoor ongeveer hetzelfde toen hij opmerkte dat ‘vrijheid nergens bestaan heeft buiten het Christendom’.
Chodorov en Acton waren natuurlijk niet de enigen. Eeuwenlang hebben geleerden de nauwe verwantschap tussen het Christendom en vrijheid gezien. Maar waarom zou zo een relatie bestaan? Murray Rothbard zag grote waarde in het werk van de scholastici en andere geleerden van de Thomistsiche gedachte die stelt dat er een natuurwet-en orde bestaat die we kunnen kennen door de rede, en die mens, maatschappij en regering, overstijgt en louter verantwoording aan God verschuldigd is.
Het is gemakkelijk in te zien waarom degenen die de staat aanbidden zo fel ageren tegen zulke religieuze beweringen. Marx stelde dat religie het opium van de massa was daar hij religie, in het bijzonder het Christendom, als een obstakel zag voor zijn eigen Messiaanse dromen van de proletarische revolutie. Ondanks het falen van alle variaties van het Marxisme blijven regeringen over de hele wereld het Christendom veroordelen voor de idee dat God boven de regeringen uitstijgt, en nog erger, dat Gods wetten eeuwig en onveranderlijk zijn ongeacht wat regeringen hierover zeggen. Want in de Christelijke (in het bijzonder de Katholieke) traditie kan een regering niemand verplichten tegen Gods wetten in te handelen en nog steeds een legitieme regering blijven.

Lord Acton |
Zo’n bewering wordt al snel erg ongemakkelijk voor staten die bezig zijn in hun belangrijkste middel tot vergroting van eigen macht en despotisme: oorlog. Het waren de Christenen die de theorie van de rechtvaardige oorlog uitvonden, en het is dat juk dat regeringen nog steeds van zich af proberen te schudden terwijl ze proberen uit te leggen waarom hun nieuwste en grootste oorlog toch wel beantwoordt aan de fundamentele regels die het Christendom ons gegeven heeft.
Zelfs in dit veelal post-christelijke tijdperk blijft het overblijfsel van Christelijke moraliteit en haar onafhankelijkheid van de staat, een bedreiging voor regeringen wereldwijd. We zien dat in bijvoorbeeld China het Christendom expliciet veroordeeld wordt, als mannen en vrouwen die Bijbels het land in brengen, aangeklaagd worden. Maar we zien het ook in Amerika waar het rechtssysteem alles doet wat in haar macht ligt om de vrijelijke uitdraging van religie kapot te maken, terwijl het Congres en de President toekijken zonder een hand uit te steken. De idee is dat overal waar het Christendom kapot wordt gemaakt de cultus van de staat groeit, niet langer gebonden aan de Christelijke natuurwetten.
Deze zaken blijven niet onopgemerkt voor diegenen die vrijheid, rede en menselijke waardigheid verdedigen. We zien steeds meer wetenschappelijk werk verschijnen van libertarsiche publicaties die de aanwezigheid van Christelijke filosofie illustreren in vrijwel alle oppositie tot de staat. Zulke schrijfsels hebben zelfs een eigen
archief op Lewrockwell.com, terwijl op een Austrian Scholars Conferentie van het Mises Institute veel origineel
denkwerk over deze zaken werd verricht. Dit zijn geen tekenen van een voorbijgaande trend in het wetenschappelijk denken over vrijheid. De connectie tussen vrijheid en het Christendom is al eeuwen bekend, en dus veracht de staat het werkelijke Christendom.
In de eerste eeuw zei Jezus van Nazareth iets verbluffends. Hij verbood Christenen niet om aan Caesar te geven wat van Caesar was, maar hij maakte wel volstrekt duidelijk dat God en Caesar twee verschillende zaken zijn. God, die de hemelen en de aarde creëerde, is de eeuwige heerser van een geordend en kenbaar universum. Caesar, daarentegen, is een tijdelijke en arbitraire heerser, die niet gebonden is aan zijn eigen wetten, maar aan de eeuwige, onbeweegbare natuurwetten zoals geschapen door God. Misschien dat we tegenwoordig deze ideeën als vanzelfsprekend nemen, maar ze zijn wel een product van de Christelijke beschaving, en zonder deze ideeën zou de staat nooit uitgedaagd kunnen worden, en zou vrijheid zeker sterven.
Ryan McMaken
Dit artikel verscheen eerder op
Lewrockwell.com en werd vertaald door Koen Swinkels voor de Stichting MeerVrijheid. Overname alleen met bronvermelding, hyperlink en MV logo.