Domeinnaamvijver
Door Hans Bennink
5 mei 2004
Sinds het Internet in Nederland begin jaren ’90 van start ging, vindt uitgifte van .nl domeinnamen al plaats binnen de eigen branche, en met succes. Begin 2004 waren er al meer dan 1,1 miljoen domeinnamen uitgegeven door de Stichting Domeinnaamregistratie Nederland (SIDN). Dit gebeurde zonder enige rimpel van betekenis in de domeinenvijver en zonder een stuiver subsidie. Het .nl domein behoort nu tot de goedkoopste ter wereld en alleen van Duitse en Engelse domeinnamen met een landextensie werden er meer uitgegeven.
SIDN voert een technisch, juridisch en financieel solide beleid en alle betrokken partijen zijn zeer tevreden met de bestaande situatie. Een schoolvoorbeeld dus van geslaagde ‘zelfregulering’ zoals de regering –die hier de mond vol van heeft- graag ziet. Maar schijn bedriegt, als er geen problemen zijn dan is er altijd wel een onderzoeksbureau met een dikke duim die ze verzinnen kan.
En dat bureau heet Stratix. Deze wist in opdracht van minister Brinkhorst (EZ) met een aantal prima problemen op de proppen te komen, voorzien van even fictieve schadebedragen. Als SIDN ‘plat’ gaat kost dat wel €75 miljoen per dag meldt het rapport trots, zelfs oplopend tot een half miljard wanneer SIDN vervolgens nooit meer in de lucht zou komen. Alle bedrijven zouden dan immers moeten overstappen op een ander soort domeinnaam.
De aannames in het rapport zijn echter gebaseerd op een cruciale denkfout, namelijk dat het Internet in Nederland onbereikbaar wordt als bij SIDN de stekker eruit gaat. De werkelijkheid is een echter stuk minder spectaculair. Alleen nieuwe registraties en verhuizingen van domeinnamen zouden dan niet meer kunnen worden doorgevoerd. Dat is op korte termijn hooguit vervelend te noemen, maar daarmee zal nooit het schadebedrag worden behaald wat in het rapport vermeld staat.
"De overheid zoekt al langer naar methoden om haar grip op het ninternet te verstevigen en gooit regelmatig een hengeltje uit." |
Want nieuwe –nog te registeren- domeinnamen zijn eenvoudig inwisselbaar voor een andere domeinnaam zoals .com. Dus de schade die daar uit voort komt is niet groter dan het (tijdelijk) gemis van een gewenste naam. Als verhuizingen van domeinnamen geen doorgang vinden hoeft dat ook geen punt te zijn. Want dan blijft ofwel de domeinnaam bij de oude provider staan verwijzen naar de bestaande website, danwel verwijst de provider tijdelijk de domeinnaam naar de nieuwe provider toe om schade te voorkomen.
Maar de conclusie van het rapport vormt het soort doemscenario welke schreeuwt om overheidsingrijpen. En met een minister die stelt dat ‘Een sterke markt vraagt om een sterke overheid’ lijkt deze ingreep slechts een kwestie van tijd. En eenmaal in overheidshanden zal het .nl domein een zelfde lot beschoren zijn als al hetgeen onder de vlag van de overheid wordt ingevoerd: middelmatigheid tegen hoge prijzen.

De overheid zoekt al langer naar methoden om haar grip op het Internet te verstevigen en gooit regelmatig een hengeltje uit. Teveel onontgonnen gebied ligt er namelijk braak voor zaken als belasting, controle, regulering en ontzegging. Tot dusverre heeft ze nog geen vette vis aan de haak geslagen, maar wanneer ze deze domeinnamendatabase naar zich toe weet te trekken wordt de vinger in de pap in enen stukken dikker. En dat Big Brother scenario is plotseling een stuk dichter bij gekomen.
Hans Bennink
Gerelateerde links:
-
Rampspoed over Domeinnamen
-
SIDN Congress
-
Rapport Gevolgen Uitval .NL Domein
Over de auteur
Hans Bennink (1969) is van beroep internetprovider en is daar sinds 1996 professioneel mee bezig na een studie International Business aan de HEAO.
Uit zijn pennevruchten -die vaak op de actualiteit inspelen- komt zijn streven naar een vrijere maatschappij tot uiting. Het is daarbij zijn overtuiging dat uit het kunnen maken van keuzes de verrijking en verdieping van de mens tot haar volste wasdom kunnen komen.