1 december 2003
Bij een nadere blik ontdekten we dat het tijdschrift INDIA TODAY heet, niet uitgegeven in New York, maar in New Dehli. Het hoofdartikel beschrijft de toestand van het consumentisme op het subcontinent, niet in de 50 staten.
“Indiërs hadden het nooit zo goed,” begint het artikel. “Door lage intrestvoeten en gemakkelijke toegang tot goedkope leningen kunnen ze zich een verbetering van hun huis, wagens, en een betere levensstijl veroorloven, met inbegrip van de Caribische cruise waar ze altijd naar verlangd hebben.”
“En ze gaan ervoor". Ze gaan ervoor over de hele wereld, beste lezer. En we weten waarom.
“Waarom boffen we zo”, vraagt INDIA TODAY zich af.
“Een hoop werk komt naar India, door de overrompeling door de out-sourcing, experts, en de groei in de lokale economie. Dit creëert een inkomensstroom in de handen van de mensen, en de mensen zijn steeds meer bereid op de omvang ervan leningen af te sluiten.”
We hebben geen rapport over de Indische economie. Onze onwetendheid is bijna compleet. Maar het gebrek aan informatie, zijn we meer dan bereid aan te vullen met theorie. We gissen dat India nog één van de vele naties is om aangeraakt te worden met de toverstaf van de Internationale Dollarstandaard.
U zult zich herinneren beste lezer, dat in 1971, Richard Nixon een gedurfde en wanhopige zet deed. Na bijna twee eeuwen van een gelukkig huwelijk met de goudstandaard…slechts kortstondig, en met spijt onderbroken ten tijde van oorlog…keerde de president zijn rug naar ’s lands trouwe metgezel, en ging er vandoor met papiergeld. Sinds dan is het woeh! en waah! over de hele planeet. Dollars - niet goud - puilen uit de kluizen van centrale bankiers, de wereld rond. Anders dan bij goud, kent de hoeveelheid dollars geen fysieke grenzen. Het enige wat een land te doen staat is producten verkopen aan de VS en weldra heeft het een hele hoop dollars.
En dan gebeurt iets grappigs. De dollar speelt de rol van harde munt…de buitenlandse banken houden ze in reserve, en lenen ertegen, alsof het echt geld zou zijn. En dan belandt het gelukkige land plots in een boom. Fabrieken worden gebouwd, lonen stijgen, intrestvoeten dalen, kapitaalactiva boomen – het is bijna te wonderbaarlijk. Het is het verhaal van de Japanse boom…en bubble. Maleisië… Taiwan… China…India…elk komt aan de beurt.
“In lekentaal betekent het dat de mensen rijker worden,” zegt India Today.
Of ze rijker worden of niet, we weten het niet. Maar als een boom begint, dan gaan de mensen denken dat ze rijker zullen worden. Typisch is dat ze zich niet langer zorgen maken over de toekomst; ze zijn zeker dat die voor altijd zonnig en schitterend zal zijn.
“Goede tijden zijn er om te blijven,” voegt een andere kop er vrolijk toe.
“Waarom zou ik niet van de kleine luxe van het leven mogen genieten, als banken me geld willen lenen?”, vraagt Maju Sukumaran zich af.
Lonen stijgen niet zo vaak als we hopen. Het verschil wordt bijgepast met krediet en cash. In plaats van de prijs te vragen van een duur product, willen de nieuwe consumenten enkel weten wat het hen elke maand zal kosten. Indische winkeliers hebben dit vertaald in een eenvoudig getal, het EMI, Equated Monthly Installments, of het maandelijks aflossingsbedrag. Een nieuwe Scorpio sportwagen bijvoorbeeld is slechts 19.712 roepies per maand… een Honda Hero motorfiets slechts 1185 roepies per maand…een paar wegwerpcontactlenzen is slechts 525 roepies per maand… en een Sony Wega Theatre kan van u zijn voor slechts 18.531 roepies per maand, een jaar lang af te betalen.
Wat een verbazende boom! Wat een meevaller! Als India echt zo gelukkig is…dan zou het dit kunnen overleven.
Uit India Today. Vertaling door Yves Paermentier.