Pim Fortuyn: steunpilaar van de gevestigde orde

Door Karel Beckman

29 oktober 2003

Pim Fortuyn had in één opzicht gelijk. De westerse beschaving is de weg kwijt. Meer, zij is haar ziel kwijt. Als zij die niet terug vindt, ziet het er somber voor haar uit. Maar wat die ziel inhoudt, daar heeft Fortuyn helaas zijn vinger nooit op weten te leggen.

Fortuyn wordt meestal gezien als iemand met onconventionele ideeën. Een vernieuwer. Marcel Roele omschreef Fortuyns politieke strijd in HP/De Tijd als 'een opstand tegen de gevestigde orde'.

Was dat maar waar. Ik vrees dat Pim Fortuyn ‘politiek correcter’ was dan hij deed voorkomen.

Want politiek correct mag je iemand toch wel noemen die, in zijn belangrijkste werk, zijn religieus-sociologisch traktaat, De Verweesde Samenleving:

- de loftrompet steekt over het werk van 'kerkgenootschappen, ontwikkelingswerkers en welzijnswerkers'
- 'liefdevolle gestrengheid' bepleit ten opzichte van criminelen en ertegen is om 'de volledige schuld' voor misdaden 'eenzijdig' bij de daders te leggen
- regelmatig de Bijbel aanhaalt en Karl Marx prijst
- de 'maakbaarheid' van de samenleving koestert
- het 'christelijke gemeenschapsbesef', de 'christelijke notie van naastenliefde', de 'christelijke opvatting van moraliteit' beschouwt als 'onmisbare ingrediënten' voor het creëren van 'waardevolle leefgemeenschappen'
- zich beroept op zulke ongevaarlijke, populaire moderne autoriteiten als Hans Galjaard, Hans Achterhuis en Abram de Swaan.

Als ik afga op de Verweesde Samenleving, dan denk ik dat Fortuyn, ondanks een dosis originaliteit, zijn wortels als socioloog uit de jaren zeventig nooit helemaal heeft weten te ontgroeien. Zijn grote politieke ideaal was niet de liberale samenleving, en overigens ook niet een of andere vorm van nationalisme, maar, heel banaal, de sociaal-democratische (c.q. christen-democratische) Europese verzorgingsstaat. Die staat, waarin de overheid de prominente rol heeft van zorgzame en strenge bewaker van het publieke belang, beschouwde hij als de politieke climax van meer dan 20 eeuwen westerse geschiedenis, wat hij noemde de 'joods-christelijk-humanistische' traditie.

Hoewel hij de individuele verantwoordelijkheid van de burger wilde versterken, was dat vooral met het doel om de collectieve sector en het sociale-zekerheidsstelsel te kunnen behouden.

Uiteraard had Fortuyn felle en terechte kritiek op de overheid. Scholen, schreef hij, zijn verworden tot fabrieken, het welzijnswerk is een babbelcircuit geworden, de gezondheidszorg vertoont Stalinistische trekken, de reorganisaties van overheidsdiensten zijn 'brei- en broddelwerk', de economie loopt vast in bureaucratie en beroerde regelgeving, het sociale-zekerheidsstelsel lijdt aan vetzucht en corruptie, justitie en politie falen jammerlijk. Maar in zijn ogen zijn dit geen misstanden die inherent zijn aan het sociaal-democratische bestel.

Ze worden veroorzaakt doordat de huidige generatie politici, van de grote politieke partijen, haar werk niet goed doet. Niet het idee, het systeem, is verkeerd, maar de uitvoering. En de uitvoering gaat fout, niet omdat er iets mis is met het ideaal van de verzorgingsstaat, maar andersom, omdat we dat ideaal hebben verlaten. Omdat we van het rechte pad van de collectieve solidariteit zijn afgeweken. We zijn, met name onder Paars, de verkeerde weg ingeslagen: de weg van individualisering, materialisme en marktdenken.

De moderne maatschappij, schrijft Fortuyn in De Verweesde Samenleving, is ten prooi gevallen aan een mentaliteit van 'ieder voor zich' en 'ongeremde marktwerking'. We koesteren tegenwoordig de 'illusie' dat 'het individu het zonder de gemeenschap' kan, 'dat het enige wat telt het individu is'. De 'liberale' samenleving, schrijft hij, is er één 'zonder verband, zonder cement, een kille samenleving waarin ongewild het recht van de sterkste het recht is'; een 'amorele' maatschappij, 'waarin vergroting van het materiële gewin de nieuwe afgod is'. Hij spreekt zelfs van een 'industriële cultuur' die onze maatschappij beheerst, waarin 'de amusements- en mode-industrie de bepalende factoren' zijn.

Helaas is deze boodschap verre van revolutionair of dwars of origineel. Hij is de afgelopen jaren te horen geweest uit de monden van zo'n beetje alle geestelijke en wereldlijke leiders die de wereld rijk is, van links tot rechts, van progressief tot conservatief, van Ruud Lubbers tot de Paus, van Marcel van Dam tot de Dalai Lama, van Francis Fukuyama tot Naomi Klein, van Franz Schönhuber tot Freek de Jonge.

Ik geef een paar voorbeelden uit mijn rijke verzameling anti-individualistische citaten van de afgelopen jaren.

Freek de Jonge, beeldenstormer van weleer: het 'ongebreidelde materialisme' is 'ons enige geloof'. De mens erkent geen hogere autoriteit meer. We hebben 'ouderwets leiderschap' nodig.

Topjournalist H.J. Hofland: 'Op de nieuwe vrije markt vecht iedereen voor zijn eigen leven, het allerbeste, het vetste bestaan, of het laatste magere restant.'

Neonazi en ex-RAF-terrorist Horst Mahler: 'De hoofdvijand is het dollar-imperialisme; nu heet dat mondialisering, een systeem dat erop gericht is wereldwijde de macht van het grote geld veilig te stellen. De NPD (de extreem-rechtse Nationaldemokratische Partei Deutschlands) is een partij die zich tegen het kapitalisme keert.'

Ruud Lubbers: 'De erosie die de individualisering veroorzaakt, is niet alleen op te vangen met wetgeving en geld.'

De 'rechtse', 'reactionaire', 'racistische' Franse auteur Michel Houellebecq: 'de moderne mens is een geïsoleerd wezen, die als gevolg van de doorgeslagen vrijheid, individualisering en commercialisering van de moderne maatschappij - als gevolg van de 'heilige emancipatie' van het individu - alle gevoel van collectiviteit heeft verloren en iedere 'verstrengeling' met zijn medemensen moet ontberen.

'Conservatief' filosoof Francis Fukuyama: constateert een 'vacuüm in het hart van het liberalisme' en laakt het gebrek aan 'bezieling' en 'gemeenschapszin' in de liberale maatschappij.

Ex-bondspresident van Duitsland en ex-lid van de Raad van de Duitse Evangelische Kerk Richard von Weizsäcker: 'McDonald's heeft consumenten nodig, de heilige oorlog heeft gelovigen nodig. Staatsburgers hebben zij allebei niet nodig... Op en door de markt is de individualisering te ver doorgeslagen, in elk geval te meedogenloos.' Von Weizsäcker roept ons op om terug te keren naar de 'gemeenschappelijke' bronnen van onze cultuur: Plato, het Christendom en Rousseau.

Vaclav Havel, samen met een groot aantal Nobelprijswinnaars, ex-staatshoofden, beroemde filosofen, schrijvers, wetenschappers en geestelijken, onder wie W.F. de Klerk, Helmut Schmidt, Elie Wiesel en de Dalai Lama: 'de twintigste eeuw is de eerste atheïstische eeuw, de eeuw van de vernietigingswapens en van immense milieuverontreiniging, van de ideologie van stupide, eindeloze en zinloze groei, van het gemis van religues besef, een crisis van respect voor een autoriteit die hoger is dan ons eigen aardse wezen'.

Karl Marx, met instemming geciteerd door Bart Tromp: het kapitalisme 'heeft alle feodale, patriarchale, idyllische verhoudingen verwoest, geen andere band tussen de ene mens en de andere overgelaten dan het naakte belang; de persoonlijke waardigheid van mensen is opgegaaan in hun ruilwaarde'.

Pim Fortuyn: pleit voor de komst van een 'bekwaam leider', een 'Bijbelse goede herder', een 'wetgever' en 'normsteller' (in de persoon van hemzelf) en roept op tot een terugkeer naar de 'kernnormen en waarden' van 'onze cultuur', die te vinden zijn in 'onze cultuurbronnen': het Jodendom, het Christendom en het humanisme.

Pim past dus keurig in het rijtje. Wat de verschillen van mening ook mogen zijn tussen al deze maatschappijcritici, over één ding zijn ze het eens. Het kwaad is: de vrije markt, atheïsme, individualisme, commercie. Het goede is: collectiviteit, gemeenschapszin, leiderschap, bezieling.

Maar hoe geloofwaardig is deze boodschap? Worden de 'puinhopen' van deze wereld - de oorlogen, de hongersnoden, de vluchtelingenstromen, de martelkamers, de concentratiekampen, de milieurampen, de terroristische aanslagen, de stenigingen, de besnijdenissen, de ontvoeringen - werkelijk veroorzaakt door 'excessieve individualisering', door 'ongeremde marktwerking' - door McDonald's en Coca-Cola, door de 'amusements- en mode-industrie'?

Zijn de grootste moordenaars van de moderne tijd - de Lenins, Stalins en Hitlers, de Mao's, Mengistu's en Mobutu's, de Amins, de Saddams, de Pol Pots, de Ceasescu's, de Khomeiny's - boegbeelden van het kapitalisme?

Of om wat dichter bij Pim Fortuyn te blijven - want die hield zich niet zo heel veel bezig met het buitenland - bij zijn Puinhopen van Paars, bij de wachtlijsten in de gezondheidszorg, de scholen als fabrieken, de recessie, de werkloosheid, de criminaliteit, het vandalisme, de bureaucratie - worden die Puinhopen werkelijk veroorzaakt doordat de illusie heeft postgevat, 'dat het enige wat telt het individu is'?

Het opsommen alleen al van de meest schrijnende misstanden in binnen- en buitenland, is voldoende om het antwoord te geven. Niet het individualisme, of de individualisering, is de vloek van de moderne tijd, maar het collectivisme. De almacht van de Staat. De bijna totale dominantie van politici en bureaucraten over het maatschappelijke en economische leven.

Dit is evident in niet-westerse landen, waar vrijheid en individualisme nauwelijks bestaan. Maar ook een samenleving als de Nederlandse is geen liberale, individualistische maatschappij met 'te weinig cement'; het is een socialistische, collectivistische maatschappij die hopeloos is vastgemetseld.

De simpelste maatstaf voor de macht van de Staat is de belastingdruk. Tel alle belastingen, accijnzen en heffingen op, voeg daarbij de door de Staat veroorzaakte geldontwaarding en de prijsopdrijving als gevolg van bedrijfsbelastingen, overbodige regelgeving en bureaucratie, en ik schat dat minstens driekwart van de middelen die wij produceren aan de Staat toevloeien. Van januari tot en met september dienen wij Den Haag, daarna hebben we nog drie maanden voor onszelf. Hoezo doorgeschoten liberalisering?

Maar vrijheid en democratie zijn in wezen elkaars tegenpolen. Een liberale samenleving gaat uit van de onvervreemdbare rechten van het individu, die de Staat dient te beschermen. In een democratie regeert daarentegen de Wil van de Meerderheid, waaraan het individu zich dient te onderwerpen.
De trend in de westerse samenleving - en dat geldt óók voor een zogenaamd kapitalistische maatschappij als de Verenigde Staten - is bovendien al anderhalve eeuw naar méér staatsmacht en minder individuele vrijheid. Die trend is in de jaren zestig en zeventig niet verzwakt, zoals Pim Fortuyn scheen te denken, maar versterkt. Kijk de overheidsbudgetten er maar op na. Amerika, ooit het land van de vrijheid, is verworden tot een gigantische 'Warfare State', agressief, nationalistisch en bemoeizuchtig; Europa is uitgelebberd tot een gigantische 'Welfare State', vadsig, lui en bureaucratisch. Op beide continenten beheerst de Staat direct of indirect het leven van iedere burger van de wieg tot het graf.

Dit is geen toevallige ontwikkeling. Democratie, het heilige huisje van het moderne westerse politieke denken, het onbetwiste en onbetwistbare ideaal van alle goede mensen op aarde, is een collectivistisch systeem. Democratie wordt meestal in één adem genoemd met (individuele) vrijheid. Freedom and democracy, is waar de Amerikanen in de hele wereld voor zeggen te vechten. Wij hebben onze eigen Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.

Maar vrijheid en democratie zijn in wezen elkaars tegenpolen. Een liberale samenleving gaat uit van de onvervreemdbare rechten van het individu, die de Staat dient te beschermen. In een democratie regeert daarentegen de Wil van de Meerderheid, waaraan het individu zich dient te onderwerpen.

In een democratie wordt de wil van het volk vertegenwoordigd door de Staat. De regering die de Staat bestuurt, wordt weliswaar democratisch gekozen, maar dat betekent niet meer dan dat ieder individu een-zoveel-miljoenste stem heeft, niet eens in de besluiten van de regering, maar in de keuze van de personen die de besluiten nemen. Dat is iets anders dan invididuele vrijheid. Een paar simpele voorbeelden kunnen dat duidelijk maken. Vrijheid betekent dat mensen zelf bepalen hoeveel geld zij aan onderwijs en gezondheidszorg besteden en op welke manier zij dat doen. Democratie houdt in dat de regering bepaalt hoeveel er in het land aan onderwijs en gezondheidszorg wordt besteed en hoe die bedrijfstakken worden georganiseerd. Vrijheid betekent dat mensen zelf bepalen of en welke kunstwerken zij willen kopen, aan welke liefdadigsheidsorganisaties zij geld willen geven, voor welke tv-programma's zij willen betalen. Democratie betekent dat de regering bepaalt aan welke kunstuitingen, liefdadigheidsorganisaties, actiegroepen en radio- en tv-programma's het geld van burgers wordt besteed. Vrijheid betekent dat mensen zelf bepalen wat zij met hun lichaam en geest doen, bijvoorbeeld of zij drugs gebruiken. Democratie betekent dat de regering bepaalt wat goed is voor mensen, bijvoorbeeld of ze drugs mogen gebruiken.

In een democratie, zoals deze voorbeelden laten zien, lopen alle belangrijke lijnen in de samenleving via de Staat. Alle belangrijke besluiten over de fysieke, sociale en economische inrichting van de maatschappij worden genomen door de politiek, door overheidsorganen. De democratie is de verpolitiekte samenleving.

De Staat eigent zich in dit systeem het grootste deel van de middelen van de burgers toe en herverdeelt deze op grond van wat zij definieert als het 'publieke belang'. De burgers hebben in zo'n systeem geen keuze dan zich met al hun wensen, eisen en problemen te wenden tot de Staat; de Staat heeft geen keuze dan te proberen de maatschappij te sturen door voortdurend nieuwe wetten en regels uit te vaardigen en met geld te strooien.

'[In een democratie worden] alle belangrijke besluiten over de fysieke, sociale en economische inrichting van de maatschappij [...] genomen door de politiek, door overheidsorganen. De democratie is de verpolitiekte samenleving.'
De gevolgen laten zich raden en zijn iedere dag om ons heen te zien. De belastingen worden steeds hoger, de staatsbudgetten steeds groter. De overheidstekorten rijzen voortdurend de pan uit. De economie wordt eindeloos gemanipuleerd met alle Keynesiaanse middelen die ambtenaren en politici kunnen bedenken. Allerhande belangengroepen, actiegroepen en lobbyclubs voeren een eindeloze strijd om subsidies, privileges en voorrangsposities. Iedereen verdringt zich voortdurend rond de trog waarin de 'publieke' middelen zijn gestort. Parasitisme, clièntelisme en slachtofferschap worden gestimuleerd, individuele verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid ontmoedigd.
Dat is de realiteit van een democratisch-collectivistisch systeem.

De problemen in ons land die Pim Fortuyn signaleerde, van de vastgeroeste collectieve sector tot de verloederde rechtsstaat, zijn dan ook niet het gevolg van individualisme of liberalisme - ze zijn inherent aan ons collectivistische sociaal-democratische politieke bestel. Het is een illusie om te denken dat de aanstelling van een nieuwe club politici iets zal veranderen aan deze realiteit. Geen enkele nieuwe regeringsploeg of nieuwe partij of nieuwe leider kan iets veranderen aan de huidige maatschappijstructuren, zolang zij niet bereid is om de rechtmatigheid en werkbaarheid van het bestel in twijfel te trekken. En zolang niemand dat doet, koersen we onherroepelijk af op een wereld met steeds minder individuele vrijheid, en steeds meer staatsmacht - totdat uiteindelijk niemand zich meer kan voorstellen dat er ooit zoiets heeft bestaan als individuele vrijheid.

Is er een alternatief? Ja, als we de westerse samenleving, de westerse beschaving willen redden, en dat is iets wat Pim Fortuyn zeker wilde, dan moeten we allereerst vaststellen wat kenmerkend is voor die beschaving. Dat is niet het Christendom, de Joodse godsdienst, of het socialisme; het is niet de collectivistische filosofie van Plato of Rousseau. Religie en collectivisme - ondergeschiktheid aan God en de Groep - vind je overal in de wereld, in alle tijden. De 'kernnormen en waarden' van het westen zijn: rationaliteit en individualisme. Uniek aan de westerse beschaving is het idee dat kennis uitsluitend kan worden verkregen door zintuiglijke waarneming in combinatie met logica - dit is de basis van de westerse wetenschappelijke, technologische en industriële revolutie. Uniek is ook het idee dat ieder individu een natuurlijk, onvervreemdbaar recht heeft op zijn 'lijf en goed', zijn leven en het door zijn eigen arbeid verkregen eigendom - dit is de basis van het liberalisme en kapitalisme, het unieke westerse politiek-economische systeem. Het zijn deze 'kernnormen en waarden' - vrijheid, rede, individuele rechten, particulier eigendom - die de onmisbare basis vormen voor een wereld van vrede, welvaart en rechtvaardigheid. De tegenovergestelde normen - collectivisme, socialisme, irrationalisme, fundamentalisme - leiden tot geweld, armoede en onderdrukking.

Het is jammer dat Pim Fortuyn die analyse niet heeft gemaakt. Dan had zijn impact groot en blijvend kunnen zijn. Dat hoeft ons er natuurlijk niet van te weerhouden om eindelijk eens door de gedachtenbrij van onze democratische despoten heen te prikken. Maar daarvoor is wel een echte 'opstand tegen de gevestigde orde' nodig.

Karel Beckman

Gerelateerde links:
- Marcel Roele: De vacature Fortuyn
- Fortuyn: dienstplicht voor jongens en meisjes

Over de auteur

Karel Beckman is freelance journalist en auteur van een van de weinige oorspronkelijk Nederlandstalige libertarische boeken: De Staat Voorbij (Aspekt, 2017).

Hij is tevens mede-auteur, met Frank Karsten, van De Democratie Voorbij (2011).

Zijn nieuwste, nog niet uitgegeven boek is het Engelstalige Freedom of Government – The New Human Right, te vinden op zijn website thefriendlysociety.nl.

Volg hem op Twitter (@FreedomofGovt)

MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl