Anarchisme en klassiek-liberalisme

Door Aschwin de Wolf en René van Wissen

30 september 2003

De belangrijkste drie politieke stromingen die worden geassocieerd met een sceptische houding ten opzichte van politieke macht zijn modern liberalisme, klassiek-liberalisme en anarchisme. De populaire opvatting is dat anarchisten iedere vorm van regering afwijzen en dat moderne en klassiek-liberalen vóór een regering zijn. Maar klopt die opvatting eigenlijk wel?

Klassiek-liberalisme, althans zoals de term wordt gebruikt in het Angelsaksische taalgebied, staat voor de politieke opvatting dat de taken van de overheid strikt beperkt dienen te zijn tot politie, defensie en justitie. Of, om het anders uit te drukken, de staat laat de burgers met rust zolang ze geen geweld of fraude plegen.

In deze opvatting van het liberalisme is de taak van de staat dus niet om over mensen te regeren maar om ze tegen elkaar te beschermen (1). Als er een verschil is tussen klassiek-liberalisme en anarchisme kan dus dit niet liggen in de opvatting dat mensen niet over elkaar dienen te regeren. Zowel anarchisten als klassiek-liberalen stellen namelijk dat dit onverenigbaar is met de idee van individuele vrijheid. Wat is dan wel het verschil?

Klassiek-liberalen zijn van mening dat politie, defensie en justitie zaken zijn die niet op de vrije markt kunnen worden aangeboden en dat het beter is om een organisatie met een monopolie op die zaken te bekleden. Stellen anarchisten nu dat dergelijke zaken wel op de vrije markt dienen te worden aangeboden? Niet noodzakelijkerwijs.

Sommige anarchisten—socialistische anarchisten genaamd—stellen dat de opvatting dat mensen niet over elkaar zouden dienen te regeren ook het bestaan van privé-eigendom en loonarbeid uitsluit. Hoewel wij zelden serieuze argumenten voor deze opvatting hebben gelezen willen we deze discussie hier laten voor wat zij is (2).

Laten we ervan uitgaan dat de socialistische anarchisten gelijk hebben. Betekent dit dat zonder regering en vrije markt alle misdaad verdwijnt? Het is moeilijk in te zien waarom. Misdaad is niet een exclusief sociaal-economisch fenomeen en juridische conflicten en geweld zullen er waarschijnlijk altijd wel zijn.

Hoewel er verschil van mening is over het karakter en de organisatie van bescherming erkennen dus zowel klassiek-liberalen als de meeste anarchisten de noodzaak van de dienst van bescherming in de een of andere vorm. Het enige relevante verschil tussen klassiek-liberalisme en anarchisme ligt dan in de vraag of dit een monopolie vereist en of de middelen die hiervoor nodig zijn met dwang dienen te worden verkregen.

Dit is een discussie die behoorlijk complexe morele, juridische en economische argumenten vereist en waarop we hier niet uitgebreid kunnen ingaan. Wat we in deze korte verhandeling wel hebben vastgesteld is dat de fundamentele tegenstelling tussen klassiek-liberalisme en anarchisme op een misverstand berust en dat beide politieke theorieën van mening zijn dat mensen niet over elkaar dienen te regeren.

In de context van klassiek-liberalisme en anarcho-kapitalisme in het bijzonder is het echter nog moeilijker te verklaren waarom de eerste visie wél serieus wordt genomen en de laatste nauwelijks (om het mild uit te drukken). Niet alleen verschillen klassiek-liberalen en anarcho-kapitalisten, zoals gezegd, maar op één punt van mening, tevens vinden wij het moeilijk te begrijpen waarom veel klassiek-liberalen het anarchistische argument dat economische prikkels functioneren op alle gebieden van overheidsbeleid niet of onvoldoende serieus nemen.

Het is immers moeilijk denkbaar dat het klassieke rationele nutsmaximaliserende individu spontaan in een altruïstische weldoener verandert wanneer hij of zij zich bezighoudt met politie, defensie of justitie. Bovendien geeft de anarcho-kapitalistische theorie een plausibele verklaring waarom praktisch elke westerse democratie een gemengde economie en sociaal-democratie is en waarom een (constitutionele) minimale staat niet stabiel is (of kan zijn).

Enigszins provocerend zou gesteld kunnen worden dat het anarcho-kapitalisme een meer realistische variant is van het klassiek-liberalisme. Of, zoals de econoom Murray Rothbard schrijft:

“The idea of a strictly limited constitutional State was a noble experiment that failed, even under the most favorable and propitious circumstances. If it failed then, why should a similar experi­ment fare any better now? No, it is the conservative laissez-fairist, the man who puts all the guns and all the decision-making power into the hands of the central government and then says, "Limit yourself"; it is he who is truly the impractical Utopian.”(3)

Aschwin de Wolf en René van Wissen

Aschwin de Wolf woont in de Verenigde Staten, is afgestudeerd in de politieke wetenschappen en webmaster van Against Politics en Extreme Life Extension.

René van Wissen is voorzitter van de Frédéric Bastiat Stichting en werkt in het dagelijks leven als jurist

Noten:

(1) Strikt genomen zou echter gesteld kunnen worden dat de klassiek-liberale overheid nog steeds regeert omdat zij haar burgers verbiedt concurrerende diensten op het gebied van politie, defensie en justitie aan te bieden.

(2) Socialistische anarchisten stellen dat hun afwijzing van de staat slechts een facet is van een algemene afwijzing van ‘hiërarchie’. Helaas geven ze zelden een precieze definitie van dit begrip en gaat het hiermee het essentiële onderscheid tussen hiërarchie als gevolg van dwang en hiërarchie als gevolg van contract of arbeidsverdeling verloren. Ook is het moeilijk in te zien waarom de autonomie van een individu onder ‘directe democratie’ en collectief eigendom groter zal zijn dan onder vrijheid van contract en privé-eigendom.

(3) Murray Rothbard, For a New Liberty, The Macmillan Company, 1973, Online: http://www.mises.org/rothbard/newliberty.asp.

MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl