De dood van Dries

Door Joost Niemöller

29 augustus 2003

Dankzij de media groeide een ordinaire caférel op het Mercatorplein uit tot een soap van nationale allure. Zonder feitelijk onderzoek werd 'Dries' heilig, de politie racistisch en mocht de burgemeester naar hartelust Marokkanen knuffelen.

Lezen Amsterdamse Marokkanen ook Het Parool? Laten we hopen van niet, want dan komt er helemaal geen einde aan het ingooien van ruiten. Het schot dat op 6 augustus in eethuisje Warung Swietie aan het Mercatorplein viel, was voor Het Parool aanleiding om meteen maar met vette opruiende letters op de voorpagina te melden: 'Agent schiet Marokkaan dood'. Alle andere dagbladen brachten het bericht toen nog neutraal als 'agent schiet man dood'. Een dag later stookte Het Parool het vuur op de voorpagina nog hoger op met de kop: 'Marokkanen nemen zaak heel hoog op'. Als het om een slachtoffer gaat, dienen we dus te weten dat het een Marokkaan betreft.

Als het om een dader gaat, laat Het Parool etnische informatie achterwege. De Jordaniër die op 25 juli op de Amsterdamse Baarsjesweg een agent neerstak, leren we via Het Parool alleen kennen als 'belager' of '36-jarige man'. Zo kennen we het trouwens van de andere linkse dagbladen. De twee Antillianen, plus Surinamer, plus West-Afrikaan, die op 18 juli in Tilburg bij een straatroof de 18-jarige Bart Raaijmakers dood staken heetten in de Volkskrant 'een groep van vier jongens'. Als vier Nederlanders om wat kleingeld een Antilliaan hadden gepakt, was dat in de Volkskrant ongetwijfeld uitgegroeid tot een groot multicultureel drama.

Trouwens; was de betreffende agent op het Mercatorplein wel een blanke Nederlander? Je neemt het maar aan. Maar uit de krant weten we alleen dat het ging om een 'brigadier met brede ervaring'. Dat roept toch vragen op. Stel: het betrof een Surinaamse brigadier met brede ervaring. Strikt genomen kan er dan ook sprake zijn van racisme Maar zouden de media er dan ook zo'n rel van hebben gebrouwen? Niet erg waarschijnlijk.

De berichtgeving in de media over het incident in Warung Swietie, had gelijk een toon van: Hier Gebeurt Iets Zeer Beladens. Liefhebbend werd de Marokkaanse messentrekker in kwestie omschreven als 'Dries'. "Een jongeman met een bescheiden, intelligente oogopslag", dweepte Algemeen Dagblad, naar aanleiding van een op het eettentje geplakte foto. Hier was kennelijk een heilige geofferd. Geen journalist leek het incident te zien voor wat het was: Domme hufterruzie in café, waarin 'Dries', zoals we nog zullen zien, bepaald geen slachtofferrol speelde.

Marxistische oproerkraaiers, opportunistische politici, welzijnswerkers, kutmarokkaantjes, zogenaamd beste vrienden en vriendinnen; allen mochten in die plechtstatige mediasfeer hun fifteen minutes of fame pakken. Zonder een greintje ironie bracht het NRC bijvoorbeeld het krankjorume bericht 'Marokkanen onderzoeken zelf schietincidenten'. Over hoe dit 'onderzoek' dan wel plaats zou vinden, bijvoorbeeld door wie, en hoe objectief dat er allemaal aan toe zou gaan, daarover stelde het NRC zich geen vragen.

Dankzij de politieke correctheid van de Nederlandse media verwerd het incident tot een soap van nationale allure, uitmondend in een finale waarbij zich vervelende Marokkanen stoelen en tafels door de ruiten van tientallen 'Nederlandse' locaties smeten. Ze konden dat vrijelijk doen, want de politie moest op instigatie van burgemeester Cohen op grote afstand blijven. "Rustig verlopen", concludeerde Pauline Broekema van het NOS Journaal na afloop. Hoe kreeg ze het de bek uit. De hele affaire deed nog het meeste denken aan de roman The Bonfire of the Vanities, van Tom Wolfe, waarin een blanke beurshandelaar een verkeerde afslag neemt in New York, terecht komt in een zwart getto, per ongeluk een neger aanrijdt, wat uitmondt in een grotesk mediatheater met rücksichlose zwarte politici die hun kans pakken. Schrijver Leon de Winter was vorige week zaterdag in Trouw de enige die gevoel bleek te hebben voor de absurdistische dimensies die de Mercatorplein affaire had aangenomen. De Winter had goed het verslag gelezen dat de vriendin van 'Dries', de 33-jarige Oum Kolsoum El Menssi, ook in Trouw, had gedaan over de gebeurtenissen in eethuis Warung Swietie. Want waar draaide het nu eigenlijk allemaal om? Een man had aan de vriendin van Dries gevraagd "Waar kom je vandaan?" Dat was voor Dries, met 'z'n bescheiden, intelligente oogopslag', kennelijk een onvoorstelbare belediging, dus werd het matten.

Dries kreeg toen klappen van een 'grote Arabier' en ging weg. Maar zijn vriendin bleef achter. Onbegrijpelijk natuurlijk. Wat voor verhouding hadden die twee eigenlijk? Leon de Winter vroeg het zich af, maar de journalisten die de vriendin zo eerbiedig hadden geïnterviewd vroegen zich niets af. Ook niet, welke rauwe levenservaring de vriendin kennelijk wel niet met messen moest hebben, want van het moordwapen waarmee Dries even later terug kwam, was ze wel heel erg weinig onder de indruk: "Hij had zo'n klein mes bij zich, misschien twintig centimeter." Twintig centimeter! Klein mes! Dat werd in de mond van menige woordvoerder in de pers 'een keukenmesje'. En weer geen Nederlandse journalist die daarbij zijn dan wel haar wenkbrauwen fronste.

Hebben we in de media ondertussen nog iets zinnigs vernomen over het vermeende racisme van de politie, waar het allemaal om zou draaien? Niet dus. Alles bleef hangen in kreten. Zo gaat het altijd. Toevallig net een week voor het Mercatorplein stelde Mohammed Benzakour en Mieke Komen in NRC Handelsblad zonder enige onderbouwing vast dat de politie discrimineert. Dat een dergelijke totaal niet toegelichte stelling klakkeloos afgedrukt wordt op de opiniepagina van NRC Handelsblad, moet toch wel de aanwezigheid onderschrijven van een communis opinio (??) in de pers over onze 'racistische politie'. Men gaat er gewoon vanbuit dat de politie wel racistisch zal zijn. Wat wil je ook met al die allochtone criminelen. Het gevolg is dat de meest wilde uitspraken van actievoerders en passanten zonder becommentariering in de media verschijnen.

En net zo passeert ook het gedrag van burgemeester Cohen. Nog geen maand geleden viel in Het Parool te lezen dat de gemeente Amsterdam niet langer samen wilde werken met oudbakken organisaties als het Komitee Marokkaanse Arbeiders Nederland, omdat die de Marokkaanse gemeenschap niet vertegenwoordigt. Maar toen Cohen vorige week in het licht van een dreigende demonstratie omstandig met datzelfde KMAN ging knuffelen, vond niemand van de pers dat inconsequent.

Op AT5 was een Nederlandse vrouw te zien die ontredderd in haar woonkamer stond. Demonstrerende Marokkanen hadden haar ruiten ingegooid. Bij die vrouw kwam Cohen natuurlijk niet even langs voor een knuffelpraatje. Zeker niet waar de camera's bij stonden. De kritiek van die vrouw had hem namelijk subiet het soort publiciteit opgeleverd die je liever niet hebt als je net lekker warm loopt voor de komende burgemeesterverkiezingen.

Overal stond te lezen dat Cohen langs ging bij de familie van het slachtoffer. Overigens was, zo bleek bij navraag op het stadhuis, de burgemeester weldegelijk ook langs gegaan bij de brigadier in kwestie. Maar dat stond in geen enkele krant. Het was dan ook niet nadrukkelijk door het stadhuis bij de pers ingestoken. Begrijpelijk. Stel dat de pers zou gaan denken dat Cohen al bij voorbaat de kant van de brigadier had gekozen.

Joost Niemöller

Dit artikel verscheen eerder in HP/De Tijd

MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl