Politiek Speelt Geen Rol in het ik-tijdperk
Door Sjef Roark
16 augustus 2003
Door Sjef Roark
Dit boek draag ik op aan Rob van Glabbeek, die mij tot deze gedachtekronkels heeft geïnspireerd.
Gast-artikel: Henry Sturman
Met dank aan Henry Sturman en Toine Manders.
Individu,
Welkom in het individualistische tijdperk [1].
Het individualistische tijdperk, is een tijdperk waarin de mensen niet langer leven voor de maatschappij.
De individu leeft voor zichzelf! [2]
In dit boek staat waarom de politiek verdwijnt met het opkomen van de individualistische informatiemaatschappij. Daarbij bedoel ik met politiek: een stelsel waarin politici wetten opstellen om de levens van de mensen centraal (vanuit Den Haag) te regelen. Deze politiek heeft, ontdaan van het achterhaalde idee van groepsbelangen, namelijk geen enkel nut voor de individu; de vrije markt zal de individuen meer zekerheid gaan bieden dan de verzorgingsstaat ooit gedaan heeft.
Met regelmaat proberen sommige politici en journalisten de mensen ervan te overtuigen dat er juist meer moraal onder de mensen gaat leven, en dat het individualistische tijdperk dus weer voorbij aan het gaan is. De groter wordende verontwaardiging en ergernis over moord, verkrachting en diefstal gelden als "bewijs". Mensen stellen steeds vaker dat de overheid te slap optreedt. Maar de reclamemakers weten als geen ander dat het individualistische tijdperk juist steeds meer in volle gang begint te komen. De woorden vrijheid, eigenwijs, zelfstandig en onafhankelijk slaan bij jongeren steeds beter aan. Het is waar dat er onder een groot gedeelte van het volk weer meer moreel besef aan het ontstaan is met betrekking tot moord, verkrachting en diefstal. Maar er is ook sprake van vermindering van andere vormen van moraal: de onderdrukkende seksuele moraal is bijvoorbeeld voor een groot gedeelte teruggedrongen, evenals respect voor stand en autoriteit. Dat volwassenen elkaar je en jij noemen is al heel gewoon, net als het je en jij zeggen van kinderen tegen hun ouders en tegen vele andere volwassenen. Dit alles getuigt niet van een afnemende moraal, maar van een veranderende moraal.
Individualisme en moraliteit sluiten elkaar helemaal niet uit. Er ontstaat een
individualistische moraal.
De individu realiseert zich dat elk individu uniek is: anders dan alle anderen. De Suoïstische filosofie van Jan Smid
[3] leert dat ieder individu de wereld ziet door unieke ogen, vanuit een unieke positie, met unieke waarderingen en verwachtingen. Iedereen heeft een uniek verleden, unieke herinneringen en unieke gedachtekronkels. Daarom heeft ook ieder individu andere behoeften dan anderen, en weet ieder individu alleen maar zelf welke behoeften dat zijn.
NIEMAND kan voor een ander de juiste afweging maken tussen verschillende behoeften en verschillende mogelijkheden en kansen. Dat kun je alleen maar zelf doen.
Stel, en daar kom ik zo weer op terug, dat geluk datgene is wat elk individu wil bereiken. Geluk als hoogste goed. En stel dat het daarom belangrijk is voor al die individuen om gelukkig te zijn. Dan is het belangrijk dat ze hun leven zo kunnen inrichten dat ze goed kunnen afwegen welke kansen ze gaan aangrijpen, welke doelen ze willen nastreven, en hoe ze dat gaan doen - zodanig dat ze verwachten optimaal gelukkig te worden. De individu beseft dat dit alleen kan als iedereen deze keuzes zelf maakt, in plaats van dat de één beslist wat "goed" is voor de ander. Je kunt namelijk alleen gelukkig zijn volgens je eigen maatstaven, en niet volgens die van een ander.

Het ideaal van de politiek is om, bijvoorbeeld op grond van enquêtes, vast te stellen wat het is dat mensen gelukkig maakt. Als men dan de tien meest genoemde punten weet te behalen via de politiek, dan worden de mensen gelukkiger, nietwaar? Maar dit gaat juist volkomen voorbij aan de aard van de mens. In de eerste plaats is er een enorm verschil tussen wat mensen zeggen dat ze willen en wat ze werkelijk willen. Vaak kunnen mensen niet echt onder woorden brengen wat ze eigenlijk willen. Verder zijn mensen in het algemeen veel gelukkiger met wat ze zelf voor elkaar hebben gekregen, dan met dat wat ze toevallig in de schoot geworpen krijgen. Vooral als met het van de overheid krijgt, wordt dit gezien als een 'recht', en dus een plicht van de overheid, waarvoor men zeker niet dankbaar hoeft te zijn. Bovendien is het zo dat als 10 mensen zeggen dat ze A willen, ze veelal alle 10 iets anders bedoelen. Kijk je namelijk naar de details, dan willen alle 10 een andere invulling van wens A. En ze vinden ook alle 10 dat het op een andere manier moet worden bereikt. En tenslotte zijn mensen natuurlijk helemaal niet consequent. Wat men nu vindt kan morgen wel eens heel anders zijn....
Veel mensen houden bijvoorbeeld van lekker eten. Maar hieronder worden erg veel verschillende gerechten verstaan. Velen vinden koken leuk, anderen niet - die halen liever wat af, gaan uit eten of eten kant- en klaarmaaltijden. De mensen die koken leuk vinden hebben elk hun eigen manier van koken, met door hun uitgekozen gereedschappen, kruiden, werkwijzen, recepten, etc. Het is dus maar goed dat de overheid ons geen dagelijkse maaltijd voorschotelt die volgens enquêtes het lekkerste is, en waar iedereen verplicht aan mee moet betalen...
Wat mensen gelukkig maakt kan dus niet centraal worden bepaald. Mensen kunnen alleen gelukkig zijn volgens hun eigen maatstaven, en er is dus vrijheid nodig zodat mensen zelf hun eigen koers kunnen varen.
Vrijheid is de omstandigheid, de voorwaarde, waaronder mensen hun eigen leven kunnen inrichten zoals ze zelf denken dat goed is. Vrijheid is de voorwaarde waaronder de mensen gelukkig kunnen zijn: hoe meer vrijheid, hoe meer mogelijkheden om gelukkig te zijn in je unieke bestaan
[4]. Vrijheid is overigens niet de afwezigheid van anderen. Het is de afwezigheid van geweld en dwang waarmee anderen menen je te moeten opdringen. Zoals vadertje staat, die je dwingt om via de belastingen voor van alles en nog wat te betalen waar je niet om hebt gevraagd. Die zegt wanneer je je winkel mag opendoen, en wanneer je moet sluiten. Die zegt of je al dan niet mag gokken in de friettent, en dat je moet genieten van drank maar wel met mate. Een overheid die de macht heeft iemands huis af te breken omdat er stadsvernieuwing plaats vindt, die mensen hun spaargeld afneemt en die met verstikkende regulering woningnood veroorzaakt.
Dat deze onvrijheid ten koste gaat van het geluk van de individu wordt duidelijk ingezien door de nieuwe generatie van sceptische individualisten. Vandaar dat vrijheid en individualisme hand in hand gaan. De vrije samenleving, is de samenleving waarin de individu het recht op zijn eigen leven heeft. Het recht om niet gehinderd, belemmerd of beteugeld te worden door staat, kerk of maffia. Met dit "recht" bedoel ik dan niet alleen een recht in gedachten, maar tevens de uitoefening van dit recht door middel van structurele macht. Pas dan is er werkelijk vrijheid mogelijk, want zonder de verdediging van die vrijheid door structurele macht, zou een ander (zoals de maffia) je vrijheid weer kunnen ontnemen. Vrijheid bestaat alleen bij gratie van de macht om die vrijheid te kunnen behouden. Zonder die macht zijn begrippen als vrijheid en recht slechts gedachtespinsels. Als een samenleving het recht op vrijheid erkent, en dat recht door macht wordt ondersteund, betekent dit dat mensen niet het recht hebben om de vrijheid van een ander individu aan te tasten. Je mag een ander dan niet verkrachten, vermoorden of bestelen. Als je dat toch doet raak je in botsing met de macht die de vrijheid van de slachtoffers verdedigt. Ziedaar de individualistische moraal: de roep om een wereld met het recht op vrijheid! Met de macht tot vrijheid!
Vanuit die individualistische kijk op de wereld is het ook te zien dat geluk het hoogste goed is voor de individu. Neem bijvoorbeeld wijlen Moeder Theresa, die haar leven wijdde aan het helpen van zieke mensen in India. Het kan zijn dat zij daar bewust voor koos. Het kan ook zijn dat zij zich liet leiden door haar onderbewuste. Maar het is duidelijk dat er in ieder geval een zekere motivatie achter haar gedrag schuilt: de wil om andere mensen te helpen. Het helpen van andere mensen was een waarde voor haar. Kortom: zij streefde naar een waarde die is ontstaan in haar individuele gedachtegang/gevoelswereld. Zo heeft ieder individu vele waarden in zijn gedachtegang/gevoelswereld. Het geluk van de individu is het vervullen, of misschien alleen het streven naar die waarden; voor Moeder Theresa was dit het warme gevoel dat zij kreeg bij het helpen van anderen. Het geluk is dus het geheel van datgene waarnaar men streeft, en anders gezegd streeft men dus naar zijn geluk. Elk streven dan is per definitie onderdeel van het streven naar geluk.
Hoe vrijer de samenleving, hoe beter de individu in staat is om vrij te streven, en zijn geluk te bereiken. Want als de overheid de individuen allerlei "keuzes" oplegt gaat de overheid voorbij aan de natuur van de mens als uniek individu, met unieke behoeftes.
Er zijn individuen die veel verdienen. En er zijn individuen die weinig verdienen. Nu dachten de socialisten: we stelen wat van de mensen die meer verdienen, en geven dat aan de mensen die minder verdienen. Dat dit principe niet werkt, en zelfs leidt tot meer armoede, leg ik verderop in dit boek uit. Onze verzorgingsstaat veroorzaakt armoede, werkloosheid, woningnood en tal van andere hedendaagse problemen. Het is juist de staat die de problemen veroorzaakt die zij zegt op te lossen. Voor het tijdperk van de verzorgingsstaat werden die problemen ook vaak door de overheid veroorzaakt, maar toen was onderdrukking veel duidelijker de ware bedoeling van dit beleid.
Geïnspireerd door de individualistische filosoof Max Stirner geef ik daarom het volgende advies aan de individuen die hun achtergrond als 'achtergesteld' beschouwen:
Zorg er zelf voor dat je verwerft wat je toekomt; verkoop je huid duur; neem de best(betaald)e baan; blijf rondneuzen om te kijken of je geen betere manier kunt vinden om een inkomen te verwerven; vind je een betere baan, dan neem je die direct aan zonder medelijden met je werkgever - of je onderhandelt tussen verschillende werkgevers om wie het meeste wil betalen; werk je zelfstandig, bijvoorbeeld als boer, verbouw, maak of kweek dan datgene waar het meeste vraag naar is en zet de oude handel op een zacht pitje; kijk of je in het buurland of een ander land meer kan verdienen; blijf je hersens gebruiken, leer eventueel wat bij, en laat je door niemand iets wijs maken (zelfs niet door mij). Kortom, wees een individu en neem je lot in eigen handen. Er is verder niemand die voor je zorgt, ook al lijkt dit soms wel zo.
In dit boek ga ik o.a. in op de volgende vragen:
Beschermt de staat de individu tegen armoede? Of remt de staat de individu in zijn/haar creativiteit en spontaniteit, zodat er juist armoede ontstaat? Is overheidsfinanciering de enige manier om gemeenschappelijke goederen te betalen? Of is overheidsfinanciering een moderne vorm van uitbuiting? Wat heeft de verzorgingsstaat de individu te bieden in het individualistische tijdperk?
Over de auteur
Sjef Roark is het pseudoniem van de schrijver van "Politiek Speelt Geen Rol in het ik-tijdperk". De achternaam Roark verwijst naar de architect Howard Roark in het boek van Ayn Rand The Fountainhead