28 augustus 2003
Titel
Als onervaren libertariërs zouden we wellicht antwoorden "aangezien belasting diefstal is, zouden de armen alleen ontvangen wat mensen ze vrijwillig zouden geven. Als jij de behoeftigen wilt helpen, houdt niemand je tegen."
Is dit antwoord een goede weergave van het libertarisch standpunt over armoede? Het is zeker waarheidsgetrouw--maar het is niet volledig. Degene die de vraag stelt voelt dit ook, en zal verder vragen: "wat als er niet genoeg mensen op vrijwillige basis de armen zouden helpen?" De principiële libertariër antwoordt misschien dat mensen laten verhongeren te prefereren is boven de schending van het libertarische principe die optreedt bij hulp op basis van belastingheffing. De vragensteller loopt (begrijpelijk) weg met het idee dat libertariërs koud en ongevoelig zijn.
Door de nadruk op principe gaat onze trouwe libertariër aan de essentie van de noodzaak van principes voorbij. Correcte morele principes werken in de echte wereld. Het non-agressie principe is ons dierbaar juist omdat het ons dichter brengt bij het ideaal van individuele en universele vreedzaamheid en overvloed. Vrijheid stelt ons welzijn op één lijn met het welzijn van anderen, en creëert de harmonie op basis waarvan overvloed geproduceerd wordt.
Naarmate ons begrip van hoe vrijheid werkt evolueert, weerspiegelt ons antwoord op de vraag "wat gebeurt er met de armen?" dat geëvolueerde begrip. Ons antwoord zou bijvoorbeeld kunnen zijn: "In een libertarische maatschappij zou de particuliere sector bijna zeker meer hulp aan de armen geven dan de overheidssector vandaag de dag doet. Particuliere liefdadigheidsinstellingen geven twee keer zoveel van elke beschikbare dollar aan de behoeftigen, en vermijden bovendien het negatieve welvaartseffect van de hoge belastingen van de verzorgingsstaat (dit effect wordt geschat op 50%).(I,II) Daarbovenop zijn particuliere liefdadigheidsinstellingen beter in staat om mensen uit te sluiten die alleen van sociale uitkeringen gebruik maken om niet te hoeven werken (ongeveer 50% van het totaal).(III) Met andere woorden, als we net zoveel geld zouden geven aan particuliere liefdadigheid als aan de verzorgingsstaat dan zouden de werkelijk behoeftigen 8 keer zoveel hulp ontvangen als vandaag de dag! (IV)
Daarbij zouden vaders bovendien niet hun gezin hoeven te verlaten om hen te laten kwalificeren voor hulp. De meeste overheidsinstellingen geven alleen kinderbijslag als de vader niet in hetzelfde huishouden leeft (V) [dit refereert naar de financiële steun aan alleenstaande moeders in de VS --red.]. Ook zouden vrouwen er niet langer toe verleid worden om kinderen als inkomstenbron te beschouwen. Studies laten zien dat geboortecijfers dalen wanneer overheidsinstellingen geen extra geld geven voor extra kinderen. (VI)
Wanneer families bijeen gehouden worden en kinderen een doel op zich zijn, zou dit ook bijdragen aan een lagere criminaliteit. Kinderen die opgroeien aan de hand van een sociale uitkering in een één-ouder gezin verlaten vaker voortijdig school en komen vaker in de gevangenis dan andere jeugd. "Zou je met dit alles in het achterhoofd, als je morgen de loterij zou winnen en 10% aan de armen zou willen geven, dit aan de overheidsbureaucratie geven of aan particuliere liefdadigheid?" (VII)
Vanzelfsprekend zal de vragensteller die bezorgd is over het lot van de armen deze vergelijking tussen particuliere en overheidsliefdadigheid overtuigender vinden. Vrijheid blijkt een veel efficiëntere manier van liefdadigheid te zijn dan dwangmatige belasting.
Alhoewel dit antwoord een verbetering is over het eerdere antwoord, moet de werkelijke waarde van vrijheid voor de armen nog genoemd worden. Vrijheid elimineert namelijk de meeste armoede aan de wortel. Ons antwoord op "wat gebeurt er met de armen in een libertarische samenleving?" zou dit idealiter moeten weergeven.
We zouden bijvoorbeeld kunnen antwoorden: "de meeste armoede wordt gecreëerd doordat overheidsregels laag betaalde baantjes voor beginners vernietigen. In een libertarische samenleving daarentegen zou niet verhinderd worden dat de minderbedeelden die belangrijke eerste baan krijgen.
"Overheidsregulering vernietigt werk, vooral voor de minderbedeelden en de minderheden. Recentelijk zijn Afro-Amerikanen in meerdere staten boetiekjes begonnen waar je je haar kunt laten vlechten. Maar cosmetische licentie-instellingen hebben de meeste daarvan gedwongen dit op te geven door ze te verplichten een lesprogramma van een jaar te volgen dat $5000 kost en dat niet eens vlechten leert.(VIII) In Californië heeft een cosmeticus meer scholing nodig dan een operatieassistent, een politieagent of een medische hulpverlener! (IX)
"In het begin van de 20e eeuw konden de armen een auto financieren door deze ook als taxi in te zetten. (X) In veel steden kan dit niet meer zonder extreem hoge toegangspremies te betalen (meer dan $200.000 in New York) teneinde een licentie te bemachtigen. (XI) In sommige gevallen geeft de gemeente zelfs tegen geen enkele prijs nieuwe licenties uit. (XII)
"Zulke overheidsmaatregelen creëren veel armoede door mensen werk te ontnemen. Gelukkig vecht het Institute for Justice, een libertarische stichting, het bestuur van New York juridisch aan (en is dit aan het winnen) ten behoeve van de haarvlechters en de potentiële taxichauffeurs. De pro-bono dienstverlening van dit instituut helpt de armen zichzelf te helpen. Terwijl de overheid deelbelangen dient van diegenen die voordeel halen uit opstakels voor zelfstandig ondernemerschap, verdedigen libertariërs de rechten van de armen. Zulke zaken laten zien dat vrijheid, en niet de overheid, de echte vriend is van de armen (XIII)
"Eerder in onze geschiedenis was het een volkswijsheid dat de overheid de vijand van de armen was. Gesteund door de overheid waren de gilden in staat te voorkomen dat kundige mensen toetraden tot hun beroep. Veel mensen vluchten naar de VS waar ze konden werken in plaats van wegkwijnen in armoede. De inscriptie op het vrijheidsbeeld verwees dan ook naar "jullie vermoeide, arme, opeengehoopte massa's die ernaar verlangen vrijheid te ademen", en naar "de ellendige afwijzing door jullie overvolle land". Vrijheid werd gezien als de hoop van de minderbedeelden. Recente studies bevestigen dat landen dichter bij het libertarische ideaal de hoogste en de meest gelijkverdeelde welvaart hebben.(XIV)
"Natuurlijk zouden er nog steeds mensen zijn die niet zichzelf zouden kunnen onderhouden. Maar efficiënte particuliere liefdadigheidsinstellingen zouden in een land dat door vrijheid welvarend zou zijn, het beste in staat zijn om deze ongelukkigen te helpen. Concluderend: vrijheid laat de armen niet aan hun lot over, maar het geeft ze juist een kans!"
Vanzelfsprekend is de potentiële vernietiging van armoede aan de wortel een krachtig argument voor vrijheid. Vrijheid is niet alleen rechtvaardig en efficiënt, het is de noodzakelijke voorwaarde voor vooruitgang. De meeste van onze hedendaagse problemen --inclusief armoede-- worden gecreëerd door te weinig vrijheid en te veel overheid. En de resterende problemen die niet door overheidsregels veroorzaakt worden, worden waarschijnlijk beter opgelost door particulier initiatief dan door bureaucratische orders. Dat is waarom vrijheid werkt, en de overheid niet!
Dr. Mary J. Ruwart
![]() |