De afscheidsbrief van het socialisme

Door Redactie

7 juli 2003

De voorgestelde Europese grondwet vertegenwoordigt de laatste adem van het Europese socialisme. Met haar 260 bladzijden en 70.000 woorden is het een van de langste en meest ongeïnspireerde afscheidsbrieven in de menselijke geschiedenis. Net als de Romeinse keizer Diocletianus, die probeerde de ondergang van zijn door economisch wanbeheer verzwakte rijk te voorkomen door zijn decreten in steen te laten beitelen, hebben Valerie Giscard d'Estaing en zijn medestanders maandenlang hard gewerkt om het Europese opgehemelde model van de "sociale markteconomie" te codificeren. De geschiedenis zal uitwijzen dat hun pogingen vergeefs zullen zijn.

Er zijn twee manieren om om te gaan met een sterkere concurrentie; een daarvan is om productiever te worden en de ander is om een kartel te vormen. De eerste manier moedigt economische en sociale vooruitgang aan, terwijl de tweede de status quo handhaaft. Door het creëren van een "Europees Fort" heeft de Europese Conventie gekozen voor de tweede manier om de mondialiseringskrachten het hoofd te bieden.

De Europese besluitvormers hadden de uitdagingen van de nieuwe eeuw kunnen aanpakken door het omvormen van de Europese Unie in een dynamische entiteit. Ze zouden de starre Europese arbeidsmarkt kunnen liberaliseren, de enorm hoge belastingen kunnen verlagen en de 97.000 bladzijden aan regels kunnen inperken.

In plaats daarvan hebben ze gekozen om zichzelf terug te trekken achter een muur van hoge tarieven, verstevigd door een enormiteit aan subsidies en versterkt door verstikkende arbeids- en milieu-wetten. Het ergste van alles is dat de welvaart van de Europese volkeren steeds meer onderworpen zal zijn aan de grillen van een gigantische hoeveelheid centrale planners in Brussel.

De Oostenrijkse econoom Friedrich Hayek toonde aan, geleerd hebbende van de intellectuele erfenis van de "Schotse verlichting", dat het niet mogelijk is om complexe sociale systemen centraal te plannen, omdat de planners niet over genoeg informatie beschikten. De centrale planning in de Soviet Unie bijvoorbeeld, was niet in stand te houden omdat het geen prijssysteem had om de werkelijke noden in de economie aan te wijzen. De beste sociale systemen ontwikkelen zich via een proces van uitproberen, genaamd 'evolutie'.

Zo'n evolutie is nu precies wat door de Europese Conventie wordt ondermijnd. Met uitzondering van directe belastingen en buitenlands beleid wordt bijna al het sociaal en economisch beleid binnen de EU 'geharmoniseerd' op Paneuropees niveau. Wat er ook overblijft van de 'creatieve vernietiging' van Schumpeter binnen het concurrerend proces tussen de Europese landen onderling zal worden afgekalfd. Deze 'Trojaanse paarden' zijn keurig en heel slim verwoord in het grondwetsconcept als zijnde 'non-loyaliteit' en 'concurrentievervalsing'.

Vanuit een economisch perspectief is het niet duidelijk waarom de EU zo zwaar moet worden gecentraliseerd. De vrije markt is uitstekend in staat om de Europese levensstandaard te laten groeien zonder regels te hoeven maken over de vorm van bananen, de grootte van perziken en de breedte van wortelen, zoals sommige van de beruchtste EU-wetten dit stipuleren. Aan de andere kant, als de reden van de grondwet politiek is, om bijvoorbeeld als tegenwicht te dienen van de Verenigde Staten, dan zijn er duidelijke lessen die de Europeanen dienen te leren van de oprichters van Amerika.

De Amerikaanse grondwet telt 4.500 woorden en is nauwelijks lang genoeg om 17 bladzijden te vullen. Opmerkelijk genoeg is zij redelijk sucesvol gebleken en heeft slechts kleine veranderingen ondergaan in de 200 jaar van haar geschiedenis. Het was dankzij dit kleine document dat Amerika kon uitgroeien tot de enige economische en politieke supermacht in de wereld. Maar het verschil tussen de twee documenten gaat verder het verschil in lengte van beide. In plaats van concurrentie te verhinderen, moedigt de Amerikaanse grondwet dit aan. De macht van de centrale regering is "gedelegeerd, vaststaand en dus beperkt". Er zijn weinig losse eindjes.

Waarom deden de Amerikaanse oprichters zoveel moeite om de macht van de centrale overheid zo precies te decentraliseren?

Omdat zij heel goed begrepen, dat het grootste obstakel voor de menselijke materiele en sociale vooruitgang een verre en niet tot de orde te roepen regering is. Het was deze regeringsvorm, welke de Amerikanen bestreden tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog. Het is precies deze regeringsvorm, die nu wordt opgedrongen aan het Europese publiek. Het is jammer, dat Europa geen personen als Thomas Jefferson of James Madison kan voortbrengen om hen in de toekomst te begeleiden.

Marian L. Tuyp

Marian L. Tuyp is mede-directeur van het Project Mondiale Economische Vrijheid verbonden aan het Cato Institute (www.Cato.org)

Dit artikel verscheen eerder op FREE EUROPE.

MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl