12 mei 2003
Waar ligt de scheidslijn tussen 'acceptabel kinderwerk' en verwerpelijke kinderarbeid? De Nederlandse jongen die in de zomermaanden een centje bijverdient met fruit plukken moet niet als kinderarbeider worden aangemerkt, aldus het NRC, maar zijn Indiase leeftijdgenoot die wordt geworven voor de sinaasappelpluk wel.
"Het verschil zit hem in de zwakke positie van de jonge Indiase werknemer en de relatief kleine vergoeding die hij krijgt voor zijn werkzaamheden. Zonder zijn inkomen kan het gezin niet of nauwelijks rondkomen."
Het feit dat zonder het inkomen van het werkende kind het gezin niet kan rondkomen, wordt dus gebruikt als argument om het werken van het kind als verwerpelijk te beschouwen. ’t Is een merkwaardig argument; je zou zeggen dat als de bijdrage van het kind noodzakelijk is voor het overleven van het gezin, dit juist reden is om de arbeid van het kind als iets zeer positiefs te beschouwen, zowel voor het kind als voor z’n familie.
Wanneer als gevolg van een verbod op kinderarbeid of van een consumentenboycot een kind zijn werk verliest wiens inkomen het verschil betekent tussen voldoende eten op tafel en honger lijden, dan is dat een kleine ramp.
Het lijkt erop dat de kinderarbeidbestrijders lijden aan een bijzondere vorm van magisch denken. De onuitgesproken vooronderstelling van alle boycots en verboden luidt dat wanneer een kinderarbeider in de Derde Wereld zijn werk verliest, het ontbrekende inkomen op mysterieuze wijze vanzelf wordt aangevuld.
De arme ouders, die voorheen niet konden rondkomen zonder de bijdrage van het kind, zullen na ontslag van het kind ineens wel voldoende geld hebben om rond te komen en het kind naar school te sturen.
Wie graag iets wil betekenen voor de arme kinderarbeiders in de Derde Wereld, en wie niet in sprookjes gelooft, doet er goed aan om indien mogelijk bij bedrijven te kopen die met kinderarbeid werken.
En bedrijven die onder druk van actiegroepen geen gebruik meer maken van kinderarbeid dienen uiteraard geboycot. Weg met Ikea!
Bart Croughs
Bart Croughs (1966) is een van de vruchtbaarste libertarische geesten van Nederland. Hij is afgestudeerd in de filosofie en was voorheen hoofdredacteur van het tijdschrift "Reactie".
Bart Croughs schreef het boek "In de naam van de vrouw, de homo en de allochtoon". U kunt het bestellen bij Lulu.com of delen ervan hier lezen. Het is een humoristische en felle aanval op het links intellectuele denken in Nederland en legt op zeer leesbare wijze de inconsequenties ervan bloot.
Verder schreef hij voor Playboy zijn eigen column in de periode van maart 1997 tot en met augustus 1998. Gedurende enkele jaren had Croughs een column in het opinieweekblad HP/de Tijd.