21 mei 2003
Een schandelijk staaltje zelfverrijking zou je zeggen, waartegen spraakmakend Nederland in opstand zou moeten komen. Maar nee hoor.
Vrijwilligheid heeft nooit hoog op de prioriteitenlijst gestaan van vakbonden en dat blijkt maar weer eens te meer. Klaarblijkelijk hebben ze moeite werknemers te overtuigen van hun toegevoegde waarde (de overheid beschermt de werknemer al zeer behoorlijk) en meent men nu dat de organisaties die last hebben van vakbonden maar moeten betalen voor deze overlast. Aangezien het CNV dat toch wel moeilijk verkoopbaar acht heeft men een schijnbaar pijnloze oplossing bedacht door voor te stellen het belastingaftrekbaar te maken (zoals een 'fiets van de zaak'). En zo betaalt dan de hele samenleving aan het instandhouden van een twijfelachtige organisatie die veel te veel macht heeft verworven in Nederland.
Die overdreven macht heeft geleid tot te hoge lonen voor vakbondsleden (hoger dan wat de markt er voor zou willen betalen) en werkloosheid voor de ongelukkigen die niet voldoende productief zijn aan om hun salariseisen te voldoen (sociale uitsluiting heet dat). Het wordt tijd dat Thatcher een tijdje in Nederland komt besturen om ook hier de macht van de bonden te breken. Hun aura van sociale rechtvaardigheid en heiligheid is volslagen misplaatst en het is een wonderlijk fenomeen dat deze illusie al zo lang stand houdt.
Hoewel vakbonden zeer welkom zijn in een samenleving heeft de overheid ervoor gezorgd (minimumlonen, bindend verklaarde CAO's, ontslagrecht, stakingsrecht et cetera) dat hun macht groter is dan juist zou zijn. De vakbonden hebben als het ware een aantal zetels in de regering (de werkgeversbonden overigens ook). Voor een organisatie die slechts 25% van de werknemers achter zich heeft staan hebben ze dat niet gek gespeeld.