De moraliteit van accijnzen

Door Kim Winkelaar

12 december 2002

Over het algemeen worden mensen als drugs- en wapenhandelaren gezien als verwerpelijke individuen. Deze lieden laten zich leiden door geldelijk gewin, en verdienen hun geld over de ruggen van hun slachtoffers. Niks is zo immoreel als geld verdienen aan de ellende van een ander. Dé normen en waarden-partij het CDA, maar ook de socialistische partijen met hun belerende vingertjes en zelfs de in naam liberale VVD zien de drugshandelaar als een volksvijand. Evenals de wapenhandelaar, de vrouwenhandelaar en de mensensmokkelaar. Het zijn allemaal mensen die geld verdienen aan het ongeluk van een ander. En dat is óh zo verwerpelijk.

Totdat diezelfde politieke partijen zelf aan het roer staan van een regering. Dan is geld verdienen aan de verslaving van een ander geheel normaal en geaccepteerd. Het worden accijnzen genoemd, en de winsten worden behaald op zaken als sigaretten en alcohol.
In welk opzicht is een heroïnedealer die geld verdient aan de verslaving van een junk nu heel veel anders dan een overheid die geld verdient aan de verslaving van een roker? Wat is de reden dat we het gedrag van de dealer immoreel noemen, en het gedrag van de overheid met volle instemming begroeten?

Er sterven meer mensen aan alcohol en roken dan aan alle andere drugs gezamelijk. Door middel van de accijnsheffing is de overheid hieraan in feite medeplichtig. Die medeplichtigheid valt niet te maskeren door met grote zwarte letters enge boodschappen op de sigarettenpakjes te laten zetten. Net zoals de drugsdealer die aan zijn klanten vertelt dat heroïne dodelijk is hierdoor niet minder strafbaar wordt.

Om te voldoen aan haar eigen moraliteit heeft de overheid twee keuzes. Óf sigaretten en alcohol geheel verbieden, óf stoppen met accijnsheffingen. Iedere andere keuze dwingt de overheid tot het maken van een vreemd soort spagaat, waarbij men geld verdient aan de verslaving van de burger. En daarmee rechtstreeks indruist tegen de eigen zo gepropageerde normen en waarden.

Het is duidelijk dat de overheid niet van zins is om die keuze te maken. Beide opties kosten uiteindelijk kiezers. Verbieden van roken en drinken zal tot een grote volksopstand leiden, terwijl de accijnsheffing dusdanig veel geld oplevert dat men niet meer buiten die inkomsten kan. Met als resultaat dat de overheid als hoeder van de moraal en voorvechter van normen en waarden de eigen mooie woorden wel heel erg selectief gebruikt. De wijze les die je hieruit kunt trekken is de volgende: geld verdienen aan de ellende van een ander mag, zo lang je het maar doet met goede bedoelingen.

Over de auteur

Kim Winkelaar (1971) studeerde politicologie en bestuurskunde in Leiden. Hij is werkzaam als account manager in de ICT, en is bestuurslid van de TufTuf-club, een belangenvereniging van automobilisten.

Dankzij een brede interesse en een aangeboren hekel aan hypocrisie schrijft hij, met de nodige humor, over tal van uiteenlopende problemen. Problemen die in zijn visie veelal veroorzaakt worden door linkse politici en een te machtige overheid.

MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl