Landen hebben succes vanwege vrijheid, niet dankzij broederschap

Door Karel Beckman

11 augustus 2018

‘Als honderdduizend Nederlanders naar Irak zouden vertrekken, zou dit binnen tien jaar het mooiste land van het Midden-Oosten zijn’, zo citeert Cees van Lotringen in zijn artikel ‘Zoektocht naar het DNA van Nederland’ instemmend een dankbare Irakese vluchteling (FD, 2 juni).

Nederland is ‘uniek’, zo weet Van Lotringen, want ‘Nederland hoort al 400 jaar bij de top van de wereld’. Bovendien is tussen 1948 en 2008 (vlak na de oorlog en vlak voor de kredietcrisis, maar à la) ‘het inkomen per hoofd van de bevolking verviervoudigd’.

Wat maakt Nederlanders zo uniek? ‘De ongunstige natuurlijke omstandigheden van dit zompige land maakten dat wij ons geen fatalisme konden veroorloven. Wij moesten de zeeën op, de wereld in …’, schrijft Van Lotringen. We gingen handel drijven, daarna kwam de verstedelijking, en ‘de opstand tegen de Spanjaarden van 1568’ niet te vergeten.

Gelooft de auteur werkelijk dat het Nederlandse succes hieraan te danken is? Is het Van Lotringen ontgaan dat er meer succesvolle samenlevingen zijn dan de Nederlandse? Amerikanen, Britten, Fransen, Duitsers, Zweden, Denen, Japanners, Australiërs en Nieuw-Zeelanders horen toch ook allemaal tot ‘de top van de wereld’ en zijn heus net zo welvarend als wij. Maar geen zompige landjes! Geen opstand tegen de Spanjaarden!

Gelukkig is er hoop voor de minder bijzondere mensen in de wereld. Want de unieke Nederlandse karaktereigenschappen (volgens Van Lotringen ‘eerlijk met belastingen, met tijd, met afspraken, met liefde en relaties’, een ‘krachtig en zelfbewust burgerschap’, ‘opgeruimd’, ‘tolerant’, ‘vrijheidslievend’) mogen belangrijk zijn geweest in het verleden, in het ‘nieuwe tijdperk’ dat aanbreekt, hebben wij nieuwe eigenschappen nodig. 

Deze nieuwe eigenschappen zijn ‘verbinding en samenhang’, en bovenal ‘broederschap’, aldus Van Lotringen. Daarbij moet het ‘individu’ ondergeschikt worden aan ‘de collectiviteit’, zoals in China, wat volgens Van Lotringen ‘waarschijnlijk de dominante macht’ van de nieuwe eeuw wordt. 

Je vraagt je af wat hij vindt van Chinese dissidenten die de vrijheid van het individu belangrijker vinden dan de ‘collectiviteit’ en daarvoor een hoge prijs betalen, maar dat terzijde.

‘In een markteconomie worden ijver, fatsoen en eerlijkheid beloond’

Het is ongetwijfeld nuttig om je af te vragen wat samenlevingen succesvol maakt. Maar dan is het zaak om verder te kijken dan mystiek DNA dat voort zou komen uit zompig land. 

Een meer voor de hand liggende oorzaak is te vinden in het politiek-economische stelsel van de meeste succesvolle landen: een vrije markteconomie, gebaseerd op particulier bezit, ingebed in een rechtstelsel dat voor een eerlijke en onafhankelijke rechtspraak zorg draagt.

Dat is wat de min of meer liberale westerse landen historisch onderscheidde van andere landen in de wereld. Dat had niets met DNA te maken, want ook Aziatische en Zuid-Amerikaanse landen die dit systeem overnamen bleken heel succesvol te zijn.

Dat is ook niet zo vreemd. In tegenstelling tot wat de meeste politieke denkers beweren, stimuleert een markteconomie deugden als verantwoordelijkheidszin en onderling vertrouwen. In een markteconomie worden ijver, fatsoen en eerlijkheid beloond. Met zulke mensen wil je economische relaties aangaan of een baan geven. 

In een collectivistisch stelsel daarentegen, waarin iedereen gelijke beloning ontvangt ongeacht zijn of haar inspanningen, en beslissingen op afstand worden genomen, maakt het niet uit of je lui of oneerlijk bent en of je je fatsoenlijk gedraagt.

Het probleem van de moderne maatschappij is dan ook niet de ‘liberalisering, deregulering en marktwerking’, die van alles de schuld krijgen, ook bij Van Lotringen, maar het gebrek daaraan: de om zich heen grijpende verzorgingsstaat, de verstikkende bureaucratie, de willekeur van onze steeds machtiger wordende Staat. Die leiden tot het chagrijn dat Van Lotringen om zich heen ziet. 

Het is niet de ‘broederschap’ die we nodig hebben, zoals Van Lotringen beweert, en al helemaal niet ‘gelijkheid’ – zoals de geschiedenis heeft laten zien – maar de ‘vrijheid’.

Gelukkig is er nog aardig wat van onze vrijheidstraditie over. En die maakt dat we nog altijd een redelijk succesvol en fatsoenlijk, maar zeker niet uniek, land zijn. Die vrijheid zal ook cruciaal zijn in het ‘nieuwe tijdperk’ waarin we, zoals Van Lotringen stelt, tegen de grenzen van de groei aanlopen. 

Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de ‘collectiviteit’, in de vorm van de Staat, parasitaire groei zal proberen te stuiten. Dat kunnen alleen vrije individuen die verantwoordelijk zijn voor hun eigen bestaan en dat van hun dierbaren.
 

Dit artikel verscheen op 7 juni 2018 in het Financiële Dagblad


Karel Beckman, auteur van De Democratie Voorbij (2012) en De Staat Voorbij (2017).

Over de auteur

Karel Beckman is freelance journalist en auteur van een van de weinige oorspronkelijk Nederlandstalige libertarische boeken: De Staat Voorbij (Aspekt, 2017).

Hij is tevens mede-auteur, met Frank Karsten, van De Democratie Voorbij (2011).

Zijn nieuwste, nog niet uitgegeven boek is het Engelstalige Freedom of Government – The New Human Right, te vinden op zijn website thefriendlysociety.nl.

Volg hem op Twitter (@FreedomofGovt)

MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl