Vormen de staatsobligaties een piramidefonds?

Door Ewoud Jansen

29 november 2011

In de meeste geïndustrialiseerde landen neemt de staatsschuld elk jaar toe. Ook in Nederland.

De belastingen die jaarlijks worden geïnd zijn slechts bij hoge uitzondering genoeg om alle taken die overheden zich eigen maken te betalen. De laatste keer dat Nederland een overschot kende was 2006 en daarvoor in 1999 en 2000. En om nog eens een overschot te vinden moeten we helemaal terug tot de jaren vijftig van de vorige eeuw. Vooral in de jaren zestig en zeventig is het ambitieniveau van de overheid enorm gestegen met continu stijgende uitgaven tot gevolg. En dus moet er geleend worden. Elk jaar weer opnieuw.

Van tijd tot tijd ontstaat het besef dat het zo niet langer kan en dan moet er bezuinigd, hervormd en omgebogen worden. Bezuinigen. Het is een woord dat al decennia lang in Den Haag rondspookt. Maar een kenterend effect op de staatsschuld is er niet. Ook onder de regering Rutte, met haar door de politieke tegenstand als keihard en hardvochtig gekwalificeerde beleid, zal de staatsschuld verder toenemen. Dit ondanks 18 miljard euro aan bezuinigingen en ombuigingen.

Echt bezuinigd wordt er eigenlijk nooit. Het is er ook nooit het goede moment voor zo lijkt het. Als het economisch goed gaat dan kan de overheid moeilijk de druk om extra ‘investeringen’ weerstaan. En als het economisch tegenzit dan moet de overheid natuurlijk niet de zaak gaan verergeren en de economie kapot gaan bezuinigen. Dat heeft Keynes ons zelf verteld en die is nu weer helemaal in. Dat diezelfde Keynes budgettaire strengheid bepleitte in economisch goede tijden is helaas minder bekend bij zijn gelegenheidsfans. En dus wordt er altijd vrolijk verder geleend.

De verstrekkers van leningen willen uiteraard ooit hun geld terug zien en in de regel doen ze dat ook. Maar dat kan alleen als er op de aflossingsdatum nieuwe geldschieters gevonden worden. Want per saldo lost de overheid niets af zoals we weten, maar laat haar schulden elk jaar verder toenemen.

Je ziet als belegger je geld dus alleen terug als er voldoende nieuwe beleggers instappen om jou je geld terug te geven en de additionele financieringsbehoefte te dekken. Dat is in principe niet eens echt een probleem zolang de staatsschuld maar niet harder groeit dan de economie.

Maar de economische groei staat in het Westen zwaar onder druk door verlies aan concurrentiekracht en de vergrijzing die een verder verlies van productiviteit en toename van lasten met zich meebrengt. Het is te hopen dat regeringsleiders deze crisis serieus nemen en nu echt gaan hervormen en niet blijven rommelen in de marge.

De kans dat dit zal gebeuren is klein vanwege de lastige politieke en electorale haalbaarheid van echt rigoureuze ombuigingen en groeibevorderende liberaliseringen. “Bezuinigen? Natuurlijk is dat nodig maar hier kan het dus echt niet.” En zo zingt ieder vogeltje als het gebekt is en zet haar hoogste lied zonodig kracht bij met een beroep op de beschaving, de solidariteit en de menselijkheid.

Wat is het toch heerlijk makkelijk om hoog van de morele toren te blazen en verantwoordelijkheden van je af te schuiven.

Afglijden en verval. Het is niet nodig. Het is geen onafwendbaar, maar wel waarschijnlijk scenario gegeven de politieke en maatschappelijke verhoudingen. De staatsschulden zullen blijven groeien terwijl de economie nauwelijks groei of zelfs krimp vertoont. Ook nu nog als solide bekendstaande landen als Duitsland en Nederland komen dan terecht in Griekse toestanden.

Dan wordt het op termijn ook voor deze landen onmogelijk om hun schulden te herfinancieren. Geen aanlokkelijk maar reëel toekomstperspectief. Nederland heeft nog een extra probleem. “Nederland is een OPEC land” zei ooit één van mijn vroegere hoogleraren verwijzend naar de gasbel bij Slochteren. In de schoot geworpen rijkdom wordt

zelden prudent gebruikt en heeft opeenvolgende regeringen onder andere bewogen tot het invoeren van ruimhartige, fraudegevoelige sociale voorzieningen en het aangaan van ‘investeringen’ in prestigieuze infrastructurele projecten als de Hogesnelheidslijn.

Maar de comfortabele gasbel waarmee de overheid die prachtige activiteiten kon financieren loopt stilaan leeg. Dat scheelt jaarlijks zo’n 10 miljard euro.

Hoe gaan we dat gat straks vullen? De 18 miljard van Rutte wordt uitgesmeerd over de vier jaar die het kabinet hoopt te voltooien. Het gaat dus om 4,5 miljard per jaar. Dat is slechts 1,8% van de rijksbegroting. Is dat werkelijk het einde van de beschaving? En volgens een econoom als Bas Jacobs gaat Rutte zijn ambities niet eens halen.

Rutte’s plannen zijn dus klein bier vergeleken met wat nog komen gaat en er zal met weemoed aan worden terug gedacht.

Ooit komt er een einde aan de bereidwilligheid om schulden op schulden te stapelen en gaten met gaten te vullen. De overheid wordt dan met de harde hand gedwongen te doen wat het al jaren verzuimde te doen met grote sociale spanningen als gevolg.

Ook die verdorven financiële sector deelt in de pijn. De als laatste ingestapte beleggers blijven zitten met de zwarte piet en vinden geen stoel meer om rustig op te gaan zitten. Beleggen in staatsobligaties. Niet zo heel lang geleden gold dat als risicovrij maar het begint angstwekkend veel te lijken op deelnemen in een piramidefonds.

 

Over de auteur

Drs. Ewoud Jansen is econoom & publicist. Hij werkt als hogeschooldocent Finance & Accounting, Fontys Hogescholen
International Business & Management Studies

MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl