3 juli 2010
AMSTERDAM - De Lakemannen van de toekomst moeten straf kunnen krijgen. Dat vindt demissionair minister van Financiën Jan Kees de Jager. Hij praat met het ministerie van Justitie over de mogelijkheden om strafbaar te stellen wat Pieter Lakeman op 1 oktober 2009 deed. Op de ochtend van die dag riep deze vertegenwoordiger van een groep ontevreden DSB-klanten op de tv spaarders op meteen hun geld bij de bank van Dirk Scheringa weg te halen.Gerelateerde links:
Zo’n onomwonden oproep tot een bankrun zou gezien de potentiële schade eigenlijk apart bestraft moeten worden in de wet, vindt De Jager.
De jurist Michiel Scheltema vindt dat ook. Hij onderzocht de ondergang van de DSB Bank in oktober van vorig jaar. Zonder de oproep van Lakeman ‘had een faillissement wellicht voorkomen kunnen worden’, stelt Scheltema. Dus adviseert hij de oproep tot een bankrun apart in de wet te regelen. Maar, stelt de commissie-Scheltema: ‘Zij onderkent dat de formulering van een deugdelijke delictomschrijving uitermate moeilijk zal zijn.’ [...]
Dat zijn nieuwe artikel veel gebruikt gaat worden, gelooft Doorenbos niet. ‘Daar gaat het ook niet om. Het gaat om de preventieve werking.’ Los daarvan is een apart antibankrun-artikel dringend nodig, vindt hij. ‘De wet op het financieel toezicht wemelt van de bepalingen die uiteindelijk een bankrun moeten voorkomen. Maar nergens wordt het rechtstreeks oproepen tot een bankrun zélf strafbaar gesteld. Dat is een lacune. Het artikel dat ik bepleit, is feitelijk het sluitstuk van de wet.’
En de straf? ‘Die is standaard, want het gaat om een economisch delict.’ De toekomstige Lakeman kan maximaal 2 jaar brommen of 76 duizend euro boete betalen.