17 april 2010
Keynes schreef in zijn General Theory niet hoofdzakelijk over het verhogen van overheidsbestedingen zoals sommigen denken. Zijn voornaamste aandacht ging uit naar het besturen van de financiële markten. Uiteindelijk was daar ook een rol weggelegd voor het verhogen van overheidsbestedingen. De adviezen van Keynes lijken sterk op het gevolgde beleid van de centrale banken van de afgelopen jaren.
Keynes maakt zich in zijn General Theory ernstige zorgen over het spaargedrag van mensen. De achterblijvende consumptie zal de economie toch verhinderen om te groeien. Daarbij gaat hij er aan voorbij dat besparingen een voorwaarde zijn voor investeringen. Als we alles zouden consumeren dan zouden alle productiemiddelen gebruikt worden voor het produceren van consumptiegoederen. Dit betekent dat de productie van kapitaalgoederen achter zal blijven. Hij heeft een nette truc om dit op te lossen. En dat is het bekende beleid van renteverlaging en vergroten van de geldhoeveelheid. Hoewel de besparingen omlaag gaan kunnen de investeringen door de lage rente toch omhoog.
Keynes zaait wel de nodige verwarring. In eerste instantie gaat hij ervan uit dat besparingen altijd gelijk zijn aan de investeringen. Hij zegt dat dit eigenlijk twee kanten zijn van dezelfde munt. Maar later in het boek gaat hij toch in op de mogelijkheid dat de besparingen en investeringen niet gelijk zullen zijn aan elkaar. Dat is niet de enige tegenstrijdigheid die in dit boek te vinden is.
Keynes stelt voor om de rente laag te houden. Door een lage rentestand worden investeringen rendabel die anders niet rendabel zouden zijn. Hij geeft zelf het voorbeeld van het aanleggen van een spoorweg. Bij een rentestand van zes procent zal er naar zijn mening geen spoorweg komen. Maar als de rente verlaagd wordt naar drie-en-een-half procent dan is de investering wel rendabel. Het is zeker waar dat met een lage rente meer investeringen rendabel worden. Dit kan je beter op een andere manier verwoorden. Verliesgevende projecten worden door een kunstmatig verlaagde rente wel mogelijk doordat de prijzen (rente) niet meer de juiste informatie doorgeven.
Keynes meent dat door een renteverlaging het mogelijk is om een continu voortdurende boom te genereren. Hij verwerpt het idee dat de kredietexpansie in de boomperiode de daaropvolgende bust veroorzaakt. De bust is iets dat te allen tijde moet worden voorkomen. In de bust is er onderbezetting en de gemiste productie zal nooit meer worden ingehaald. Door continu op een niveau van volledige werkgelegenheid te werken gaat er geen productie verloren als gevolg van onderbezetting en dit levert daarom de hoogste economische groei. Maar dat je de economie maar eindeloos op kan pompen door kredietexpansie is een fabeltje en daar slaat Keynes de plank dus mis. Er komt een moment waarop de schuld te hoog wordt. Er moet een keer betaald worden. En dan komt alle ellende die je voor je uitgeschoven hebt driedubbel terug. De narigheid van de busts die voorkomen worden komt niet in de buurt van de monetaire crisis die dit beleid uiteindelijk veroorzaakt.
Hij maakt zich dan ineens wel zorgen over de achterblijvende besparingen en dat dat zou kunnen betekenen dat er niet genoeg wordt geïnvesteerd. Dit is niet consistent met het voorgaande, maar het boek van Keynes blinkt uit in tegenstrijdigheden. Voor deze achterblijvende besparingen heeft hij een goede oplossing. De overheid kan belasting gaan heffen zodat de overheid met dat geld de nodige investeringen kan doen. Hij ziet toch al liever dat de overheid met zijn verstandige bureaucraten de zaken regelen. De ondernemers worden toch vooral gedreven door korte termijn denken en de daaruit volgende chaos is een belemmering voor de groei van de welvaart. Met name de marktwerking op de financiële markten staat hem erg tegen. De speculanten aldaar hebben geen toegevoegde waarde. Zij zijn niet geïnteresseerd in het investeren in degelijke bedrijven. Speculanten weten dat mensen irrationeel zijn en zij maken daar misbruik van. De speculanten kijken naar het gedrag op de markten en proberen daar snel korte termijn winst op te behalen. Het is echt verrassend hoe herkenbaar deze kritiek in de oren klinkt.
De nadruk ligt op het manipuleren van financiële markten en daarna pas op overheidsbestedingen. Onderstaande quote van Keynes laat dat zien.
"It is better that a man should tyrannise over his bank balance than over his fellow citizens and whilst the former is sometimes denounced as being but a means to the latter, sometimes at least it is an alternative."Het recept dat Keynes voorstelt is dus het verruimen van de geldhoeveelheid en verlagen van de rente. Mocht dat niet voldoende zijn dan kan de overheid zelf de benodigde investeringen doen.
J.M. Keynes, 1936
Molinari is een alias refererend naar Gustave de Molinari, een Belgische econoom uit de 19de eeuw.
De Molinari was een van de eerste economen die voorstander was van de privatisering van politie- en defensietaken.