De crisis moet nog beginnen - Deel 1

Door Molinari

15 april 2010

Het probleem ligt hem in de kredietverlening.

Vandaag zal ik verdedigen dat de crisis nog moet beginnen. Mijn uitgangspunt is daarbij het verloop van de kredietverlening. Zoals jullie weten is de kredietverlening behoorlijk opgelopen en komen steeds meer burgers, bedrijven en overheden hierdoor in de problemen.

Nu wil ik niet de zoveelste zijn die met een doemscenario komt. Daarom zal ik een andere aanpak kiezen. Ik zal u bewijzen dat de crisis nog moet beginnen. Er is een probleem met de te hoge kredietverlening. Daaruit volgen drie mogelijkheden. De kredieten gaan omhoog, omlaag of blijven gelijk. Zo vatten we de hele werkelijkheid eenvoudig samen in drie te bestuderen gevallen. Rest alleen nog het bewijs dat in alle drie de gevallen een crisis zal ontstaan.

De kredieten gaan omhoog, omlaag of blijven hetzelfde: in alle gevallen zal er crisis uitbreken.
Voordat ik hier aan begin wil ik stilstaan bij het belang van sparen. Sparen wordt nog wel eens gezien als de vijand, met name in recessies. Sparen is simpelweg het afzien van consumptie. Nemen we de Crusoë economie met één man op een onbewoond eiland dan zie we het effect van sparen al. Stel dat Crusoë elke dag een aantal vissen vangt en wat kokosnoten plukt. Als hij alles consumeert dan zal er geen vooruitgang komen in zijn situatie. Maar hij kan ook een deel van zijn vangst apart zetten. Als hij dit elke dag doet dan kan hij één dag in de week besteden aan andere zaken. Hij kan bijvoorbeeld een hengel maken zodat het makkelijker wordt om vis te vangen. Hij kan een trap maken zodat hij veel sneller de kokosnoten kan plukken. Zijn productiviteit gaat omhoog en nu kan hij nog een dag extra in de week vrijmaken om te besteden aan de productie van allerlei goederen die op langere termijn zijn situatie verbeteren.

Met de komst van Vrijdag hebben we twee personen. Nu kan het zo zijn dat Vrijdag een heel goed idee heeft, maar niet de middelen om het uit te voeren. Hij kan bijvoorbeeld een boot maken om zo nog meer vis te vangen. Maar helaas is hij al zijn tijd kwijt aan vissen om in zijn onderhoud te voorzien. Crusoë kan nu te hulp schieten en hem aanbieden om hem wat vissen te lenen. Vrijdag kan een van de geleende vis leven en ondertussen de boot bouwen. Nadat de boot af is, betaalt Vrijdag de geleende vissen terug. En hij geeft nog wat extra voor de moeite. Er wordt dus rente betaald.

Hoeveel rente zal er betaald worden? Dat hangt af van het vertrouwen dat Vrijdag heeft in de investeringen. Verwacht hij een flink hogere productie dan kan hij meer rente betalen. En natuurlijk de bereidheid van Crusoë om zijn consumptie uit te stellen. En verder speelt de betrouwbaarheid van Vrijdag een rol. Als hij al eerder niet heeft terugbetaald, dan zal hij niet zomaar meer geld krijgen.

Sparen is dus een voorwaarde voor vooruitgang. En de afstemming tussen sparen en kredietverlening reguleert zichzelf door de rentestand.
Wordt de economie groter dan zal het idee hetzelfde blijven. Er zijn wel eens wat aanpassingsproblemen omdat spaarder en investeerder elkaar moeten vinden. Als er een nieuwe vinding gedaan is met een hoog verwacht rendement dan zal de vraag naar krediet flink stijgen. De spaarders zullen niet zomaar meer geld apart kunnen zetten en daardoor zal de rente flink oplopen.

Maar uiteindelijk zullen de besparingen en de investeringen weer min of meer gelijk oplopen. Neem nu eens het doemscenario waarbij de spaarders meer sparen en de investeerders niet meer willen investeren. Beide effecten zorgen voor een daling van de rente. Daardoor nemen de besparingen weer af en de kredietverlening neemt toe. Als dat nog niet genoeg is dan komt er minder geld in omloop en krijgen we deflatie. Het achtergehouden spaargeld wordt steeds meer waard en zal uiteindelijk worden uitgegeven. En anders draait de economie ook verder zonder het spaargeld alleen op een ander prijsniveau.

Sparen is dus een voorwaarde voor vooruitgang. En de afstemming tussen sparen en kredietverlening reguleert zichzelf door de rentestand. Daarbij is het uiteraard van belang dat dit geld terecht komt bij zinvolle investeringen. Geld lenen voor een Noord-Zuidlijn of ander drama helpt ons dus niet verder.

Dit was het eerste deel in deze serie. Voor het tweede deel kijkt u hier.

Gerelateerde link:

- Het failliet van het interventionisme - Karel Beckman

Over de auteur

Molinari is een alias refererend naar Gustave de Molinari, een Belgische econoom uit de 19de eeuw.

De Molinari was een van de eerste economen die voorstander was van de privatisering van politie- en defensietaken.

MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl