Hoe overheidsregulering van medicijnen innovatie tegenhoudt.
Het ontwikkelen van nieuwe medicijnen brengt risico's met zich mee: Het menselijk lichaam is een uiterst complex systeem en er kunnen grote verschiillen zijn tussen de manieren waarop verschillende mensen op medicijnen reageren. Het is onmogelijk om vantevoren precies te weten welke neveneffecten nieuwe medicijnen mogelijk hebben. Het zou bijvoorbeeld zomaar kunnen dat een medicijn dat ontwikkeld werd om diabetici te helpen, in een bepaalde groep mensen juist meer hartaanvallen veroorzaakt.
Maar we verwachten van nieuwe medicijnen dat ze veilig zijn. Daarom hebben we overheidsinstanties (zoals in de VS de Food and Drug Administration) die ervoor zorgen dat nieuwe medicijnen eerst uitgebreid getest worden voordat ze op de markt mogen. Zulke testen kunnen soms wel 10 jaar duren en kunnen honderden miljoenen of zelfs miljarden dollars kosten.
Het gaat niet alleen om de veiligheid, maar om de balans tussen veiligheid en innovatie.
Maar veiligheid is niet het enige criterium dat we hebben voor medicijnen: we willen ook innovatie, de constante ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Het is duidelijk dat er een spanning bestaat tussen veiligheid en innovatie: De gemakkelijkste manier om ervoor te zorgen dat er geen slachtoffers vallen door nieuwe medicijnen is door simpelweg geen nieuwe medicijnen op de markt toe te laten. Maar dan hebben we geen innovatie. Er moet dus een balans gevonden worden tussen veiligheid en innovatie.
Het probleem is dat de prikkels die overheidsinstanties ervaren wanneer ze de ontwikkeling en marktintroductie van medicijnen reguleren pervers zijn. Als ze een medicijn toelaten en sommige gebruikers van dat medicijn ernstig ziek worden van onvoorziene bijwerkingen of er zelfs aan komen te overlijden, richt de woede zich uiteraard op de overheidsinstanties: Hoe hadden ze dat medicijn ooit kunnen toelaten, zo zullen de slachtoffers, hun familie en de media vragen. Zulke publiciteit willen de overheidsinstanties uiteraard voorkomen en dus hebben ze een prikkel om ervoor te zorgen dat de medicijnen zo veilig mogelijk zijn.
Maar wat als er door alle veiligheidsvereisten, de talloze tests die gedaan moeten worden en de jaren en kapitalen die dit kost, minder nieuwe medicijnen ontwikkeld worden of de introductie van ontwikkelde medicijnen wordt tegengehouden? In zo'n geval zijn er ook slachtoffers, namelijk die mensen die lijden of zelfs sterven omdat er geen medicijn voor ze beschikbaar is. Maar die slachtoffers zien we in de meeste gevallen niet. Vaak weten deze mensen en hun familie zelf niet eens dat er een mogelijk middel was dat ze had kunnen helpen, of is zo'n middel zelfs nooit in de ontwikkelingsfase gekomen omdat de kosten voor bedrijven om dit proces te doorlopen te hoog zijn. Dit zijn dus de "onzichtbare slachtoffers" van strenge regulering.
Omdat we de slachtoffers niet zien, zullen de overheidsinstanties die hiervoor verantwoordelijk zijn nauwelijks of niet bekritiseerd worden. Ze hebben dus relatief weinig prikkels om innovatie te bevorderen.
Overheidsinstanties hebben een sterke prikkel om zo voorzichtig mogelijk te zijn, maar dit gaat ten koste van innovatie en kost daarom talloze levens.
In sommige gevallen zijn deze slachtoffers echter wel zichtbaar. Als bijvoorbeeld een medicijn in Europa al geintroduceerd is en daar vele mensen helpt, maar het in de VS eerst nog een lang testproject moet doorlopen, dan zullen patiëntenorganisaties in de VS dit opmerken en de publiciteit zoeken. In zulke gevallen is het dus de concurrentie tussen verschillende overheidsinstanties (in dit geval de Europese en de Amerikaanse) die de onzichtbare slachtoffers zichtbaar maakt, en daarmee instanties een prikkel geeft om innovatie te bevorderen.
Maar dit soort concurrentie tussen overheidsinstanties is erg beperkt, vergeleken met bijvoorbeeld de concurrentie tussen bedrijven op een vrije markt. Een oplossing zou dan zijn om de overheidsregulering van medicijnen te stoppen en het informeren van patiënten en hun artsen over zaken als veiligheid en effectiviteit over te laten aan private organisaties. Hierbij valt te denken aan zulke oplossingen als keurmerken. De ene organisatie zal in de te zoeken balans tussen veiligheid en innovatie meer naar innovatie neigen en wat sneller hun keurmerk aan een nieuw medicijn geven terwijl een andere organisatie voor grotere veiligheid gaat. Patiënten, hun familie en hun dokters kunnen vervolgens zelf een beslissing nemen welke mate van risico ze willen nemen in plaats van dat de overheid ze verbiedt bepaalde medicijnen te gebruiken, soms met de dood tot gevolg. Op deze manier wordt de balans tussen veiligheid en innovatie niet langer bepaald door de perverse prikkels die overheidsinstanties ervaren, maar door de vrije en geinformeerde keuze van de betrokken partijen.
Een ander mogelijk voordeel van zo'n oplossing is dat het experimenteren met nieuwe medicijnen hiermee goedkoper kan worden - er hoeven in principe immers niet langer honderden miljoenen of miljarden dollars geinvesteerd te worden om alle testprojecten die de overheidsinstanties voorschrijven te doorlopen: Farmaceutische bedrijven kunnen als ze willen voor zo'n lang en kostbaar traject kiezen maar ze kunnen ook kiezen om een medicijn al veel eerder in de markt te introduceren en door de lagere kosten met meer nieuwe medicijnen te experimenteren. De lagere kosten zullen ook toetreding tot de farmaceutische industrie en daarmee concurrentie tussen zulke bedrijven groter maken. Het feit dat farmaceutische bedrijven niet gebaat zijn bij dode klanten en het feit dat bijvoorbeeld patiëntenorganisaties of organisaties die keurmerken toekennen een direct belang hebben bij een optimale balans tussen innovatie en veiligheid zal ervoor zorgen dat die experimenten geen al te wilde vormen aannemen.
We nemen maar al te gemakkelijk aan dat regulering van medicijnen een taak van de overheid is en dat ze die taak ook goed zal uitvoeren. Maar de overheidsbureaucratie die deze taak op zich genomen heeft kent perverse prikkels, remt innovatie en maakt daarmee talloze "onzichtbare" slachtoffers. Daarnaast zijn er goede redenen om te denken dat een vrije markt voor een betere balans tussen veiligheid en innovatie zal zorgen.
Er is een uitgebreide wetenschappelijke literatuur over de problemen met overheidsregulering van medicijnen, en over mogelijke vrije marktalternatieven. Dit project (FDA Review) van het Independent Institute vormt een uitstekende introductie in deze literatuur. En de onderstaande video van John Stossel zet de argumenten kort uiteen.