De symptoombestrijding van de commissie De Wit

Door Karel Beckman

7 februari 2010

Blind voor de werkelijke oorzaken van de kredietcrisis.

Wat zou u ervan zeggen als er een parlementair onderzoek werd gedaan naar de Mexicaanse griep? Politici, doktoren, de gezondheidsinspectie en medisch onderzoekers zouden uitvoerig met elkaar debatteren over de oorzaken van de griep. Ze zouden ellenlange vraaggesprekken voeren over hoe een nieuwe epidemie kan worden voorkomen. Maar ze zouden met geen woord reppen over het griepvirus. Ze zouden op geen enkel moment laten blijken dat ze zich zelfs maar bewust waren van het feit dat er zoiets bestaat als een griepvirus. Absurd?

Dit is precies wat er gebeurt in het onderzoek naar de kredietcrisis. Bewust of niet, politici, bankiers, toezichthouders en economen negeren gebroederlijk en eensgezind de werkelijke oorzaak van de kredietcrisis - het virus dat de kredietkoorts heeft veroorzaakt en dat nog steeds, als een sluipmoordenaar, bezig is om ons financiële afweersysteem ten gronde te richten.

Dat virus is: de macht van de Staat om, met behulp van centrale en particuliere banken, geld uit het niets te creëren.

Het is deze, bijna goddelijke macht - een macht waar alchemisten alleen maar van konden dromen - om papier in geld te veranderen - die de crisis heeft veroorzaakt en die nu bezig is ons financiële systeem, inclusief onze pensioenen en spaargelden, te verwoesten.

Overdreven? Heeft u er weleens over nagedacht hoe het komt dat we in een systeem leven van permanente inflatie? Dat de waarde van ons geld voortdurend wordt uitgehold? En wat denkt u dat er met die waarde gebeurt als de overheid, zoals nu, miljarden aan nieuw geld creëert?

Bij veel mensen bestaat nog steeds het naïeve idee dat het geld dat in hun portemonnee zit of dat ze op de bank hebben staan, op de een of andere manier wordt ‘gedekt’ door goud. Dat goud, hopen zij, ligt in een kluis bij de Nederlandsche Bank. Word wakker, lieve mensen. Das war einmal.


De Nederlandsche Bank

Er is een tijd geweest dat er geen papieren geld bestond. Vorsten in Europa hadden het hier best moeilijk mee. Ze moesten het doen met ‘harde’ munten, met goud, hetgeen een flinke rem zette op hun mogelijkheden om geld over de balk te smijten. Ze wisten weliswaar de uitgifte van goud te monopoliseren en vaak schaafden ze hun gouden muntjes een beetje bij, maar toch moesten ze voor hun oorlogen en andere avonturen nog vaak aankloppen bij rijke geldschieters, om leningen te sluiten. Vonden ze niet leuk.

Met de uitvinding van het papieren geld veranderde dat allemaal. De natiestaten, die de vorstendommen van weleer verdrongen, riepen centrale banken in het leven, lieten die papieren geld uitgeven en verordonneerden eenvoudigweg dat die papiertjes door iedereen geaccepteerd dienden te worden als 'wettig betaalmiddel'. De overheden en centrale banken gebruikten hierbij ook bevriende particuliere banken, die, als leerling-tovenaars, ook geld in de economie mochten pompen. Die banken - en dat geldt vandaag de dag nog steeds - kregen zelfs een heel bijzonder privilege. Ze kregen toestemming van de Staat om meer geld uit te lenen dan ze aan geldmiddelen binnenkregen. Pakweg tien keer zoveel zelfs. Goh, waarom mogen wij dat nou niet?

Zoals gezegd: zo is het nog steeds. Als u geld op de bank zet, mag de bank een veelvoud daarvan aan anderen uitlenen. Of als de centrale bank ervoor zorgt dat er geld binnenkomt bij de banken (bijvoorbeeld door staatsobligaties te kopen van marktpartijen, die hun geld vervolgens op de bank zetten), kan de bank opnieuw een veelvoud daarvan uitlenen. Toffe baan, bankier. De keerzijde is dat banken eigenlijk allemaal permanent in een staat van faillissement verkeren. Als iedereen zijn geld terug wil hebben van de bank - het geld waarvan iedereen denkt dat het 'op de bank staat' - dan kan de bank dat met geen mogelijkheid betalen.

Banken kunnen alleen blijven functioneren zolang wij met zijn allen geloven dat ze aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Daarom dreigen ze ook zo vaak om te vallen, als 'het vertrouwen' weg is - en moet de overheid ze zo vaak redden. Is het niet een beetje vreemd dat een bedrijf kan 'omvallen' alleen omdat mensen er geen vertrouwen meer in hebben? In welke andere branche is zoiets mogelijk?


Sinds 1913, toen de Fed werd opgericht, is de waarde van de dollar in goud met 95% gedaald.

De uitvinding van het papieren geld leidde niet meteen tot het ontkoppelen van papiergeld en goud. Aanvankelijk was die koppeling er nog wel, maar die werd in de loop der tijden in de meeste landen steeds 'losser'. In de Verenigde Staten maakte de Amerikaanse regering in 1971 - onder president Richard Nixon - voorgoed een einde aan wat er nog over was van 'de gouden standaard'. Sinds die tijd bepaalt de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, liefkozend de Fed genoemd, zonder enige controle of restricties hoeveel geld er bij komt in de Verenigde Staten - en daarmee ook in een groot deel van de wereldeconomie. Het gevolg: sinds 1971 is de geldhoeveelheid in de VS verelfvoudigd. Sinds 1913, toen de Fed werd opgericht, is de waarde van de dollar in goud met 95% gedaald. Tegelijkertijd zijn de Amerikaanse staatsschuld en de particuliere schulden tot duizelingwekkende hoogten opgelopen. In de meeste Europese landen geldt in grote lijnen hetzelfde verhaal.

Je hoeft geen genie te zijn om te bedenken waarom dat zo is gelopen. Wie zou de verleiding kunnen weerstaan om geld uit het niets tevoorschijn te toveren? Zeker niet politici en bankiers! In onze economieboekjes en op de financiële pagina’s van brave kranten als NRC Handelsblad lees je altijd heel aandoenlijk dat centrale banken er zijn ‘om de inflatie te beteugelen’. Dat staat inderdaad op de websites van die banken, ja, maar de waarheid is precies omgekeerd: zij zijn de bron van inflatie. Inflatie is vergroting van de geldhoeveelheid. Dat is de core business van de centrale bank.

Er is toch ook niemand die gelooft dat het de taak is van barkeepers om ervoor te zorgen dat hun klanten nuchter blijven? Ze moeten ervoor zorgen dat hun klanten zich niet wezenloos zuipen en onder de tram lopen, maar dat is heel wat anders. (NB: Laat overigens niemand zeggen dat de Amerikanen dom zijn geweest door zoveel dollars te drukken en zich zo diep in de schulden te steken. De Chinezen hebben keurig duizenden zeeschepen vol met goederen naar de VS verscheept en hebben daar papiertjes voor teruggehad, die steeds minder waard worden en waar ze straks alleen de vis nog in kunnen verpakken. Wie is er dan dom? U lacht? Lach niet te hard, want wij hebben een groot deel van ons zuurverdiende pensioengeld verkwanseld aan Amerikaanse aandelen en obligaties. Dat gaan u en ik nog wel merken.)

Wat heeft dit nu met de kredietcrisis te maken? Alles! Net als het virus de oorzaak is van de griep, is het scheppen van ongedekt papieren geld door centrale en particuliere banken de oorzaak van economische 'zeepbellen' - en daarmee indirect van de recessies die onvermijdelijk op de zeepbellen volgen.

Dit is niet wat onze economen verkondigen. Die vinden het juist goed dat er geld in de markt wordt gepompt. Waarom? Omdat dit 'de vraag stimuleert'. Zeker in een recessie is dat nodig, zeggen ze, omdat dan 'de vraag' helemaal is ingezakt. Daarom hebben de overheden op deze crisis ook weer gereageerd met gigantische 'stimuleringsmaatregelen'. Het klinkt logisch. Maar je moet je eerst afvragen, hoe komt het dat we in een recessie terecht zijn gekomen? Door het wegvallen van de vraag?

Geen sprake van. Of is er iemand die wil beweren dat de vraag inzakte voorafgaand aan de kredietcrisis? Dat het consumentenvertrouwen ineens wegsmolt? Dat waren de gevolgen van de crisis, niet de oorzaken. Er is nog nooit een recessie ontstaan door het wegvallen van 'de vraag'. Het stimuleren van de vraag is daarom ook niets anders als symptoombestrijding - zoiets als het onderdrukken van de koorts in plaats van het bestrijden van het virus.

Het is precies andersom. Alle recessies die wij hebben gekend, inclusief de huidige kredietcrisis, werden vooraf gegaan door het tegenovergestelde, door een periode van onstuimige geldschepping en kredietexpansie. Zo heeft de Amerikaanse centrale bank - via particuliere banken op Wall Street - in de periode 2001-2006 voor honderden miljarden aan nieuwe kredieten in de markt gepompt of laten pompen.

Daarnaast verlaagde de Fed in dezelfde tijd (2001-2004) de rente stapsgewijs naar 1%. Deze 'liquiditeitsinjecties' en renteverlagingen waren bedoeld om de economie te 'stimuleren' na de dotcom-recessie van begin 2000 - waaraan eveneens een periode van geldschepping vooraf was gegaan.

Ook de periode voor de crash van 1929 was er één van 'agressief monetair beleid'. De Fed, die na haar oprichting in 1913 al vrijwel meteen de kapitaalseisen voor de banken verlaagde om de kredietverlening te stimuleren (!), ging vanaf 1924 over tot wat één econoom uit die tijd omschreef als ‘een immense kunstmatige manipulatie van de geldmarkt’.


Ludwig von Mises
Zou het niet aannemelijk zijn dat deze drastische verhogingen van de hoeveelheid geld en krediet, deze grootschalige operaties om de vraag te 'stimuleren', iets met de daaropvolgende recessies van doen hebben? Het is de Oostenrijkse econoom Ludwig von Mises geweest die al in 1912 aantoonde dat dit inderdaad het geval is.

De 'Oostenrijkse' theorie van Mises, die later door zijn volgelingen, waaronder Nobelprijswinnaar Friedrich Hayek, verder is uitgewerkt, komt er kortweg op neer dat kunstmatige manipulatie van de economie - door een expansief monetair beleid en/of een kunstmatig lage rente - leidt tot een illusoire groei, een zeepbeleconomie, die vroeg of laat in elkaar moet klappen en dan omslaat in een recessie.

De belangrijkste reden hiervoor is dat geld uiteindelijk niet meer is dan een ruilmiddel. De hoeveelheid geld in een economie verandert dan ook niets aan de werkelijk beschikbare hoeveelheid productiemiddelen en arbeid. Pomp je geld in de economie, dan creëer je dus geen welvaart, maar lucht.

Het precieze effect dat het nieuwe geld op de economie heeft, hangt af van 'waar' het de economie in wordt gesluisd. Het geld komt nooit voor iedereen tegelijk beschikbaar. Als er bijvoorbeeld hypotheken mee worden gekocht, ontstaat er een vastgoedzeepbel. Als het geld voornamelijk naar de beurs gaat, schieten de aandelenkoersen omhoog. Voor sommige partijen pakt dit beleid gunstig uit - zij profiteren van hogere prijzen of koersen. Anderen zien hun prijzen of kosten stijgen en hun welvaart achteruit gaan.

Op het moment dat de geldkraan wordt dichtgedraaid (en dat moment komt altijd, anders ontstaat er hyperinflatie), blijkt dat de monetaire expansie heeft geleid tot scheefgroei in de economie. Kapitaal, arbeid en grondstoffen zijn ingezet voor activiteiten die alleen konden worden gefinancierd door het extra geld. Als dat geld wegvalt, blijken de activiteiten onrendabel te zijn en moeten ze worden beëindigd - met faillisementen, inkrimpingen en werkloosheid tot gevolg.

Zo is het bij de huidige kredietcrisis ook gegaan. De hedendaagse aanhangers van Mises en Hayek waarschuwden voorafgaand aan de crisis dan ook voortdurend dat het beleid van de Fed een gigantische zeepbel had gecreëerd, die onvermijdelijk om zou slaan in een (diepe) recessie. Zij werden er letterlijk om uitgelachen.

U kunt de filmpjes op Youtube bekijken, bijvoorbeeld die waarin de door de Oostenrijkse economie geïnspireerde beleggingsexpert Peter Schiff waarschuwt voor de ramp die komen gaat en wordt weggehóónd door mainstream-economen, of de filmpjes waarop Fed-baas Ben Bernanke doodleuk beweert dat het prima gaat met de economie. ( 'Peter Schiff was right' en 'Ben Bernanke - why are we still listening to this guy'.) Zelfs nu nog heeft een gevestigde econoom als Sweder van Wijnbergen het lef om, voor de commissie De Wit, de economen die de crisis voorspelden te vergelijken met een stilstaande klok die 2 keer per 24 uur gelijk staat. Van Wijnbergen heeft de klok wel horen luiden, maar heeft geen idee waar de klepel hangt.

De Oostenrijkse theorie is onder beleidsmakers nooit populair geweest. Nee, dan Keynes. Die verkondigt dat we welvaart kunnen creëren door te consumeren! Als dat waar was, zouden alle economische problemen in de wereld al lang geleden zijn opgelost.

Maar het is een theorie die politici, bankiers en economen welgevallig is, omdat het hun de rechtvaardiging biedt om aan de geldkraan te draaien wanneer hen dat uitkomt. Vandaar dat Keynes weer uit de kast is gehaald en de overheden in de VS en Europa de kredietcrisis, die is ontstaan door overmatige kredietexpansie, te lijf zijn gegaan door nog grotere hoeveelheden krediet in de economie te pompen.

Dit heeft gezorgd voor een tijdelijke opleving, waar we nu in zitten. Dat was in de jaren dertig overigens net zo: de Amerikaanse regeringen onder Hoover en Roosevelt reageerden toen, net als nu, door de economie grootscheeps te stimuleren, wat tijdelijk hielp, maar niet lang. In 1938 was de werkloosheid in de VS twee keer zo hoog als in 1932.

Ondertussen zijn door dit beleid de staatsschulden tot recordhoogten opgelopen. In Nederland schuift de regering dit probleem voor zich uit door te beloven dat er ooit ergens in de toekomst een keer bezuinigingen gaan plaatsvinden - maar nu even niet. In andere landen gaat het precies hetzelfde. De stille hoop van de beleidsmakers in de wereld is dat de particuliere economie de Staat zal redden door het scheppen van nieuwe welvaart, die het mogelijk zal maken alle schulden af te lossen. Het zou mooi zijn als dat scenario uitkomt. Ik zou er niet op rekenen.

De harde werkelijkheid is dat we door een pijnlijk proces van aanpassing heen zullen moeten. Een recessie ontstaat niet zomaar. Die heeft een functie: hij is nodig om de lucht uit de economie te pompen, dat wil zeggen, om de inzet van het beschikbare kapitaal, arbeid en grondstoffen weer in overeenstemming te brengen met de werkelijke behoeften én mogelijkheden van personen en bedrijven. Consumenten zullen hun consumptie moeten aanpassen. Bedrijven die teveel hooi op hun vork hebben genomen, in onrendabele activiteiten zijn gestapt, zullen de tering naar de nering moeten zetten.

Zo’n periode van aanpassing gaat onvermijdelijk gepaard met werkloosheid en deflatie. Ondernemers hebben tijd nodig om hun activiteiten en productiemiddelen opnieuw te organiseren, en om weer kapitaal op te bouwen; consumenten hebben tijd nodig om hun vermogens weer op te bouwen - jawel, om te sparen. Niets wordt door onze economen meer gevreesd dan dat bedrijven en consumenten gaan sparen - maar niets is harder nodig om de economie weer gezond te maken. Tijdens de hausse is kostbaar kapitaal verspild, dat weer moet worden aangevuld.

Maar daar wil de heersende klasse niets van weten - dat zou stemmen kosten! Dus worden er opnieuw enorme sommen geld in de patiënt geïnjecteerd, waardoor een nieuwe ronde start van onevenwichtigheden, op dezelfde manier als de vorige keer. Zo stevenen we af op de volgende crisis, die dieper en harder zal worden dan de vorige.

Mises waarschuwde al in de jaren dertig: ‘Aan het beleid van kredietexpansie moet onvermijdelijk een einde komen - als het niet vroeger is, doordat de banken hun beleid wijzigen, dan later, in een catastrofale ineenstorting.’ Die ineenstorting dreigt nu. Maar de getuigen die voor de commissie De Wit verschijnen steken hun kop in het zand. Ze beschuldigen de banken terecht van piraterij en zelfverrijking, maar vertellen er niet bij hoe die banken aan de middelen kwamen om zich te verrijken, koersen op te blazen, de huizenmarkt op te pompen. Dat gebeurde allemaal met dank aan de overheid, die deze praktijken mogelijk maakte en aanmoedigde. De media slapen rustig door, op een enkele kritische journalist als Willem van Middelkoop na.

Het meest tragische van alles is dat 'de vrije markt' de schuld krijgt voor een crisis die is veroorzaakt door het interventionistisch beleid van onze monetaire autoriteiten, aangestuurd door politici en uitgevoerd door de aan de overheidsleiband lopende bankiers. Te vrezen valt dat als het systeem straks helemaal instort, de laatste resten van de vrije markt zullen worden afgeschaft. Dat zal desastreuze gevolgen hebben voor onze welvaart.

De commissie De Wit maakt de geesten hiervoor alvast rijp.

Karel Beckman

Over de auteur

Karel Beckman is freelance journalist en auteur van een van de weinige oorspronkelijk Nederlandstalige libertarische boeken: De Staat Voorbij (Aspekt, 2017).

Hij is tevens mede-auteur, met Frank Karsten, van De Democratie Voorbij (2011).

Zijn nieuwste, nog niet uitgegeven boek is het Engelstalige Freedom of Government – The New Human Right, te vinden op zijn website thefriendlysociety.nl.

Volg hem op Twitter (@FreedomofGovt)

MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl