Ook een reddingsplan voor Castro?

Door Humberto Fontova

11 maart 2009

De Amerikaanse belastingbetalers behoren tot de weinigen in de geïndustrialiseerde wereld die niet belazerd zijn door Fidel Castro. Maar geen nood!

De meeste "analisten" verwachten dat Obama deze beschamende stand van zaken snel zal rechtzetten, door een einde te maken aan de (door linksen en buitenlanders) verafschuwde voorliefde van zijn land voor "unilateralisme" in de buitenlandse politiek.

"Zal Obama het Cubabeleid wijzigen?" vroeg een watertandende BBC-nieuwslezer zich onlangs af. Begrijpelijk, aangezien Associated Press vorige maand vanop de Latijns-Amerikaanse top in Brazilië meldde dat: "Latijns-Amerikaanse leiders eisen (mijn cursivering) dat de VS het embargo tegen Cuba beëindigt." En het Russische Persagentschap, Novosti, had in oktober al gemeld dat: "De Algemene Vergadering van de VN eist (nogmaals mijn cursivering) dat de VS het embargo tegen Cuba opheffen."

Het spreekt vanzelf dat de gevestigde media deze "eisen" massaal toejuichen. Amerikaanse politici moeten onmiddellijk nota nemen van deze "eisen" van de op internationaal gebied meer gesofistikeerde partijen, die allemaal al decennialang zaken doen met Cuba.

Wie zich werkelijk bewust is van Castro's commerciële verleden en de aard van het "embargo tegen Cuba" kent een veel betere verklaring voor deze "eisen". Te weten:

"Cuba stopte in 1986 met de betaling van al zijn buitenlandse commerciële en bilaterale schulden aan niet-socialistische landen", onthulde het US International Trade Commission Report in 2001.

"Besprekingen tussen Cuba en de Club van Parijs zijn uitgesteld. Op de onderhandelingstafel lag een officiële schuld van 3,8 miljard dollar aan de leden van de Club, een gedeelte van een veel grotere schuld die Cuba opgelopen had tijdens de jaren '80 tot het in gebreke bleef en vervolgens alle gesprekken met de kredietverstrekkers stopzette", aldus Reuters in juni 2001.

En niet te vergeten, in die tijd ontving Cuba 5 miljard dollar per jaar van zijn Russische suikeroom.

En wat gebeurde er dan met die schuld, vraagt u. Wel, Fidel weigerde ook die te betalen. "Sovjetunie?" vroeg hij. "Welke Sovjetunie? ... Waar is deze Sovjetunie? Er is geen land meer met deze naam, nietwaar? Dus hoe kan ik het dan geld verschuldigd zijn?"

Eind 2006 blokkeerde de Franse versie van de Export-Import Bank van de Amerikaanse regering, Coface genaamd, Cuba's kredietlimiet. Het Mexicaanse Bancomex deed hetzelfde. Dit kwam omdat het Castro-regime de Franse belastingbetaler voor 175 miljoen en de Mexicaanse voor 365 miljoen dollar deed opdraaien, omdat deze staatsbanken handelscontracten hadden gefinancierd van een aantal bedrijven die politieke connecties hadden met het stalinistische Cuba. Bancomex zag zich genoodzaakt beslag te leggen op Cubaanse activa in drie verschillende landen in een poging om zijn verliezen te recupereren.

Begin dit jaar moest een van de vrienden van het Cubaanse regime, Zuid-Afrika, zich ook het vel over de oren laten halen. Hier is een deel van het AFP-verhaal: "Uitgaande van Cuba's schuldpositie", zei de Zuid-Afrikaanse minister Themba Maseko, "zijn wij van mening dat Cuba in de nabije toekomst niet bij machte is om te voldoen aan zijn verplichtingen." Cuba was de Zuid-Afrikaanse Export Credit Insurance Corporation (dus de Zuid-Afrikaanse belastingbetalers) sinds 1996 een bedrag van 117 miljoen dollar schuldig.

Een van 's werelds meest gereputeerde economische analisten, de in Londen gevestigde Economist Intelligence Unit, classeerde Cuba vorig jaar als vrijwel het slechtste land ter wereld inzake handel. Alleen Iran en Angola scoorden lager. Deze firma voorspelt dat Cuba's hopeloze zakenklimaat de eerste drie jaar zeker niet zal verbeteren.

Dun & Bradstreet rankschikken Cuba eveneens onder de slechtste landen ter wereld, net onder Wit-Rusland. Moody's classificatie staat ergens onderaan de lijst als "zeer zwak". Standard & Poors weigert Cuba te rangschikken omdat het de economische cijfers die het regime vrijgeeft als compleet onbetrouwbaar beschouwd.

Maar ondanks al het gekribbel en gekwebbel over het "VS-embargo tegen Cuba", of de "blokkade" zoals de Congressional Black Caucus en Castro-lobbyisten het noemen is de VS - terwijl ik hier zit te schrijven - Cuba's grootste voedselleverancier en vijfde grootste importeur, en dat al voor de laatste vijf jaren. De VS hebben voor meer dan 2 miljard dollar aan zaken gedaan met Cuba waarvan de laatste jaren alles in cash.

En dat is het probleem met de politiek gelieerde bedrijven die Castro promoten. Deze Amerikaanse agrogiganten willen van de Amerikaanse functionarissen (via de Amerikaanse Export-Import Bank) hetzelfde bekomen als wat de overheidselites van Frankrijk en Mexico (en van vele andere landen) gaven aan hun zakenrelaties en cocktailgasten.

Castro doet veel van zijn Amerikaanse zaken met Archer Daniels Midland. ADM-kaderleden en Castro-lobbyisten (maar ik val in herhaling) hunkerden decennialang naar het einde van het "embargo". Nu dat allang weg is, beginnen ze te zeuren dat de handelsbeperkingen met Cuba "te streng" zijn. Nogmaals, deze "beperkingen" omvatten hoofdzakelijk één ding: dat Cuba's stalinistische regime contant betaalt voor Amerikaanse import. Dat is eigenlijk alles wat het "embargo" vandaag inhoudt, samen met het (tamelijk flexibele) reisverbod.

Paus - Castro

De grote doorbraak om het zogenaamde embargo te beëindigen kwam er in 1998, na het pausbezoek aan Cuba toen een groep met de naam Americans for Humanitarian Trade with Cuba (AHTC) opdook. "Gewone Cubanen betalen een hoge prijs voor het verbod op Amerikaanse voeding en de strengste beperkingen op de verkoop van Amerikaanse medische producten," kloeg het AHTC-manifest. "We kunnen niet langer een beleid steunen dat in onze naam gevoerd wordt en dat het lijden veroorzaakt van de meest kwetsbaren - vrouwen, kinderen en bejaarden."

In het bestuur van deze AHTC zat David Rockefeller van de denktank Council on Foreign Relations, Wayne Andreas van Archer Daniels Midland en Frank Carlucci, in die tijd voorzitter van The Carlyle Group, 's werelds grootste privé-investeringsmaatschappij, met haar hoofdzetel in Washingtons Pennsylvania Avenue zélf. De Carlyle Group wordt algemeen aanzien als de meest politiek gelieerde maatschappij ter wereld. George Soros was een van de oprichters en belangrijkste investeerders.

Een paar jaar later kwam US Cuban Trade and Economic Council op de proppen. En wie zat er opnieuw in het bestuur? Jawel, Dwayne Andreas. Volg het geldspoor en de meeste van deze namen duiken telkens opnieuw op met praktisch alles wat te maken heeft met het versoepelen van het "embargo". Iemand ziet dollartekens en het is niet Joe de Loodgieter.

Als het op politieke invloed aankomt kapittelt links de Cubaans-Amerikaanse lobbyisten als buitengewoon gewetenloos, verduiveld slim, en zwemmend in onrechtmatig gewin - in tegenstelling tot de simpele zielen Dwayne Andreas, David Rockefeller en George Soros.

De anti-"embargo"-redenering gaat ongeveer als volgt: de Carlyle Group, Archer Daniels Midland en The Council on Foreign Relations, samen met de congresleden die de zwaarst gesubsidiëerde sectoren van de Amerikaanse economie vertegenwoordigen, brengen het grootste gedeelte van hun tijd door met zich het hoofd te breken over de welvaart van het Cubaanse volk en het zoeken naar wegen om het te hulp te snellen. De in Miami wonende neven en nichten, zonen en dochters, broers en zussen van het Cubaanse volk, daarentegen, willen hun familieleden alleen maar uithongeren en kwellen.

Maar hoe waardevol ze voor de Amerikaanse belastingbetaler vandaag ook mogen zijn, de sancties tegen Castro's stalinistische regime werden destijds niet opgelegd wegens hopeloze kredietrapporten. Hier volgt een lijst van zaken die door de gevestigde media en Castro-lobbyisten (maar ik val in herhaling) hardnekkig worden weggeveegd of verdoezeld:

In 1959 werd het Castro-regime in recordtijd diplomatiek erkend door de VS, sneller dan dat van Batista in 1952 - sneller dan gelijk welk ander Latijns-Amerikaans regime. Vervolgens schonken de VS met gulle hand 200 miljoen dollar aan subsidies, opgehoest door de Amerikaanse belastingbetalers.

Een paar maanden later kwam Castro's reactie: zijn door de KGB getrainde ordestrijdkrachten bestormden 5.911 Amerikaanse handelszaken in Cuba en confisqueerden ze allemaal onder bedreiging van machinegeweren - 2 miljard dollar werd gestolen van woedende Amerikaanse zakenlui en aandeelhouders. Een triomfantelijke Castro pochte luidkeels tegen de hele wereld dat hij Cuba aan het bevrijden was van de "Amerikaanse economische slavernij!" (Che Guevara's uitdrukking, in feite) en dat "hij nooit een cent zou terugbetalen!" Dit is de enige belofte die Fidel Castro ooit gehouden heeft.

Niet alle Amerikanen stonden hun legale en zuur verdiende eigendom zonder verzet af. Hier is een verslag van een proces voor de locale rechtbank van Miami-Dade County, aangespannen door Katy Fuller, wiens vader in 1960 werd vermoord door "Cuba's Elvis!" (Dan Rathers beschrijving van Fidel Castro) wegens het zich verzetten tegen de diefstal van zijn boerderij. Van De nalatenschap van Robert Otis Fuller versus de Republiek Cuba ingediend op 5 mei 2002:

"Agenten van de regering Castro, handelend onder bevel van de regering Castro, hebben Bobby Fuller naar het vuurpeloton geleid waar hij werd neergeschoten en gedood na te zijn gefolterd door het aftappen van zijn bloed. Daarna werd zijn lichaam op een onbekende plaats in een ongemerkt massagraf geworpen."

Hier is een ander proces tegen "Een geweldige kerel!" (Ted Turners beschrijving van Fidel Castro), aangespannen door de familie van de Amerikaanse staatsburger Howard Anderson die zich verzette tegen de diefstal van zijn tankstations en Jeep-autobedrijf door Castro's agenten in 1960: Anderson versus de Republiek Cuba, Nr. 01-28628 (Gerechtshof van Miami-Dade, 13 april 2003). "In de laatste foltersessie, tapten Castro's agenten het bloed van Howard Anderson af alvorens hem naar het vuurpeloton te sturen."

"Dood aan de Amerikaan!" schreeuwde Howard Andersons communistische openbare aanklager tijdens zijn schijnproces op 17 april 1961. "De aanklager was een gek!" zegt een Zwitserse diplomaat die getuige was van het proces, "die op de tafels liep, schreeuwde, aanwees, terwijl dhr. Anderson gewoonweg dreigend terugkeek." Twee dagen na zijn "proces", weigerde Howard Anderson de blinddoek, om zijn beulen boos te kunnen aankijken. Medisch gezien was hij tegen die tijd waarschijnlijk in shock door het verlies van al dat bloed. "Fuego!" Het lichaam van Howard Anderson werd aan flarden geschoten in de vroege ochtend van 19 april 1961. "Castro is zeer onbaatzuchtig en deugdzaam" zegt zijn vriend Oliver Stone.

Maar als je de internationale gemeenschap en de Amerikaanse "multilateralisten" mag geloven, dan zijn wij de slechten in deze zaak. Wij zijn de gemene "bullebak". Het "Amerikaanse embargo" heeft trouwens altijd een uitzondering gemaakt voor medicijnen en humanitaire goederen. In feite hebben de VS altijd miljoenen meer van dergelijke hulp aan Cuba geleverd dan degenen die ons uitschelden vanop de Latijns-Amerikaanse top of de Algemene Vergadering van de VN.

Oorspronkelijk artikel: A Bailout for Castro Too? [vertaald en gepubliceerd met toestemming van de auteur].

Humberto Fontova is de auteur van Exposing the Real Che Guevara: And the Useful Idiots Who Idolize Him. Website: www.hfontova.com.

Met dank aan Johan Branders voor de vertaling.

MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl