De markt biedt meer vrijheid dan de overheid

Door Auke Leen & Frans de Graaf

22 maart 2007

De markt biedt meer vrijheid dan de overheid, stellen Frans de Graaf en Auke Leen. Meer menselijke maat, wat de PvdA wenst, betekent dus: meer privatiseren.

Bij het aantreden van het nieuwe kabinet leek een zucht van verlichting door Nederland te gaan. Eindelijk zouden de tijden van ongebreidelde marktwerking voorbij zijn. Aan de vorige kabinetten-Balkenende werden door tegenstanders termen verbonden als 'guur neoliberalisme' en 'hard economisch beleid'. Maar gelukkig was dat nu afgelopen. Voortaan zouden de 'menselijke maat' en 'het maatschappelijk middenveld' weer de ruimte krijgen.

De tegenstanders van privatisering ruiken hun kans. Vorige week bepleitte PvdA-Kamerlid Crone nog de omvorming van overheidsbedrijven tot 'sociale vennootschappen' (Forum, 14 maart), waarmee hij impliciet een moreel oordeel velde over particuliere vennootschappen, als zijnde niet-sociaal. De PvdA wil blijkbaar de invloed van de overheid op de samenleving uitbreiden. De overheid moet haar aandelen niet van de hand doen, maar zich als aandeelhouder actiever gaan opstellen. De minister van Financiën, PvdA-leider Wouter Bos,was vorige week in een Kamerdebat over privatisering duidelijk: 'Als er geen dwingende redenen zijn, privatiseren we niet'. Wie in 'minder markt' een terugkeer naar de menselijke maat ziet, vergeet dat de markt is gebaseerd op vrije mensen en dat de overheidsbureaucratie dat veel minder is. De markt is gebaseerd op de uniciteit van ieder mens en biedt hem ruimte zijn eigen, vrije keuzen te maken. Maar de overheid regeert over mensen en legt besluiten op. Legitimatie van die besluiten door democratische besluitvorming of, zoals bij dit kabinet, overleg met het maatschappelijk middenveld, doet daaraan niets af.

De markt is gebaseerd op de uniciteit van ieder mens en biedt hem ruimte zijn eigen, vrije keuzen te maken. Maar de overheid regeert over mensen en legt besluiten op.
Het is merkwaardig dat negatieve eigenschappen als egoïsme, materialisme en individualisme aan de markt worden toegeschreven en hun tegenpolen worden gerelateerd aan de publieke sector. Terwijl op de markt moreel gedrag wordt gestimuleerd. Een ondernemer maakt bijvoorbeeld slechts winst als hij zijn middelen dusdanig inzet dat anderen die waarderen. Vertrouwen en eerlijkheid worden door anderen gewaardeerd, egoïsme en bedrog niet.

De markt heeft als voordeel dat hij mensen vrij laat zich moreel te gedragen en te ontwikkelen. De publieke sector heeft als nadeel dat burgers immoreel gedrag van politici en ambtenaren nauwelijks kunnen afstraffen.

De nieuwe coalitie wil het overheidseigendom nadrukkelijker gebruiken om het 'publieke belang' te behartigen. Publieke belangen komen aan de maatschappij als geheel ten goede en kunnen zonder de bemoeienis van de overheid niet goed tot hun recht komen. Meer nadruk op het publieke belang klinkt sympathieker dan het is. Het is zorgelijk als economische sectoren in toenemende mate worden ingericht met het collectief als uitgangspunt in plaats van het individu centraal te stellen. Wie de menselijke maat de ruimte wil geven, moet een beslissing om overheidseigendom al dan niet te verkopen, laten afhangen van de belangen van individuele burgers en niet van het collectief.

Er is een brede consensus over het feit dat de klassieke overheidsbureaucratie niet de geschiktste vorm is voor het uitvoeren van allerlei economische activiteiten. Als alternatief voor die bureaucratie én voor de vermeend immorele markt kiest het kabinet voor een tussenlaag. Het CDA gebruikt hiervoor de term maatschappelijk middenveld, Crone heeft het over sociale vennootschappen. Deze ondernemingen moeten het publieke belang dienen en worden daarvoor afgeschermd van de tucht van de markt. Hieronder vallen volgens Crone onder meer woningcorporaties en de NS (waarvan de staat volledig eigenaar is).

Het nadeel van zulke constructies is bekend. Er ontstaat een situatie waarin de consument noch het parlement het voor het zeggen heeft. Gelukkig biedt de vrije markt een oplossing voor dit probleem. Bij de meeste 'maatschappelijke ondernemingen' zijn geen publieke in het geding maar private belangen. De reizen van de NS, zijn allereerst in het belang van diegenen die er gebruik van maken. Men kan het sociaal wenselijk vinden dat die reizen worden aangeboden, maar dat is iets anders dan stellen dat die reizen de hele maatschappij ten goede komen.

Het gaat om de concrete belangen van individuele burgers. Het is allerminst zeker dat de zogenoemde maatschappelijke ondernemingen beter in de wensen van burgers kunnen voorzien dan normale ondernemingen. Door sectoren te beschermen tegen concurrentie worden burgers de voordelen van de markt onthouden. De wegen slibben dicht, de markt kan daar niet op inspelen door goed openbaar vervoer aan te bieden. De NS zit vast aan een politiek gekleurd publiek belang, anderen kunnen niet tot het spoor toetreden. Privatisering is daarom een kwestie van durven, bijvoorbeeld: stop het reguleren van de telecomsector, privatiseer Schiphol en de NS, stel het spoor open voor derde partijen en liberaliseer de postmarkt.

Het kabinet zegt vertrouwen te willen geven aan mensen. Als die woorden betekenis hebben, kunnen we een ambitieus privatiseringsprogramma verwachten. Vertrouwen in mensen impliceert immers een vertrouwen in de markt.

Frans de Graaf werkt voor de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, waar de publicatie Vertrouwen in de markt verscheen. Auke Leen is universitair docent in Leiden.

Dit artikel verscheen op 19 maart 2007 op de opiniepagina van de Volkskrant

Over de auteur

Auke Leen is econoom en doceert aan de Universiteit Leiden. Hij studeerde algemene economie en wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam.

Op zijn homepage vindt u een deel van zijn publicaties.

MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl