De mislukking van vrijheid: Een theorie over oorzaak en gevolg. Deel 2

Door Stefan Molyneux

9 maart 2007

Dat is een positief voorbeeld. Laten we nu eens een negatief voorbeeld bekijken. Soldaten zijn altijd relatief eenvoudig te rekruteren geweest, en zelf als ze dat niet waren was het instellen van de dienstplicht makkelijk in staat om het gebrek aan vrijwilligers te compenseren.

In de Eerste Wereldoorlog kon je nog zeggen dat, dankzij de vrede die bijna honderd jaar had geduurd in West Europa, de jongens die in groten getale naar het front trokken niets wisten van de werkelijke omstandigheden van een oorlog. Maar sinds het populair worden van de "war-nography"; de expliciete romans, films en documentaires over oorlog kan geen jonge man meer zeggen niets te weten over het geweld, de waanzin en de verwarring van de strijd.

Toch zijn er nog altijd jonge mensen die zich aanmelden voor het leger. Waarom? Er zijn natuurlijk een paar economische factoren, maar die zijn minder radicaal op te lossen. Het echte antwoord is eenvoudig: omdat soldaten worden gezien als moreel. Soldaten worden gezien als nobel, moedig, heroïsch en het beste soort van de mensheid. Bij het woord "Marinier" denken we aan: stoer, gedisciplineerd, eerwaardig, toegewijd aan het dienen van het land. Hun begrafenissen worden gelardeerd met vlaggen, saluten en bugels. Zelf nu, nu we de fraude achter de Irak-oorlog kennen, worden elke kritiek op het inzetten van soldaten nog afgetroefd met de sentimentele fantasie over "supporting our troops". Dit standpunt is moreel smerig. Het leger is weinig meer dan een mentaal vernietigde club woestelingen die bereid zijn iedereen te vermoorden waar hun leider naar wijst. Het is de maffia in uniform, vooral in Amerika met vriendelijke buren in het noorden en zuiden, en oceanen in het oosten en westen. Toch gaan jonge mannen nog en masse naar het leger omdat het zo gerespecteerd wordt. Als soldaten in een beschaafde samenleving ontweken zouden worden - zoals nu Klu Klux Klan-leden - zou de leugen geopenbaard worden en zouden miljoenen mensen moord en verminking bespaard blijven.

Dus aan de positieve kant zien we een sociale beweging -de anti-slavernij beweging - die succesvol was door resoluut, volhardend en met passie het absolute kwaad van slavernij af te keuren. Aan de negatieve kant zien we jongen mensen die hun ledematen, verstand en levens willen opgeven omdat de maatschappij ze vertelt dat het de hoogste moraal is om soldaat te zijn.

Deze twee voorbeelden, en er zijn er veel meer, illustreren één basaal punt.

We hebben gefaald als voorvechters van vrijheid omdat we met het verstand argumenteerden in plaats van met het hart. Om het wat algemener te trekken: we hebben geargumenteerd met economische en efficiëntie-argumenten in plaats van met moraal en integriteit. We hebben beargumenteerd dat de overheid gelimiteerd moest worden, of beperkt, of hervormd omdat ze niet doet wat ze belooft, of inefficiënt is, of zichzelf bevoordeelt, of meer van dat soort naargeestige en levenloze redenen. Dat is hetzelfde als argumenteren dat slavernij een ietsje verminderd moet worden omdat het economisch inefficiënt is. Dat is geen roep de barricades om te gaan. Het is een uitnodiging tot gapen.

Zelf nu, nu we de fraude achter de Irak-oorlog kennen, worden elke kritiek op het inzetten van soldaten nog afgetroefd met de sentimentele fantasie over "supporting our troops".
Als we doorgaan met deze analytische, abstracte en bloedeloze benadering is de campagne voor vrijheid hopeloos. Dan zijn we verdoemd een leven te leiden van futiliteit en afwijzing. Het resultaat van ons leven zal as, verbittering, futiliteit en wrok zijn. Als we niet naar onze eigen spectaculaire mislukkingen kijken en ze vergelijken met de paar succesvolle morele verbeteringen in de geschiedenis, dan zijn we gedoemd ze te herhalen totdat de maatschappij uiteindelijk inzakt onder het groeiende gewicht van de Staat.
Wat betekent dit in de praktijk?

Na tientallen jaren van interessante maar hoofdzakelijk vergeefse discussies argumenteer ik niet langer vanuit een ander gezichtspunt dan dat van het morele absolutisme. Ik vraag mensen hun houding ten opzichte van geweld te verduidelijken. Als ze zeggen dat ze tegen geweld zijn wijs ik erop dat de Staat niet anders behelst dan geweld. Als ze dan de Staat steunen wijs ik op de tegenstrijdigheid. Als ze doorgaan met hun steun voor geweld dan beëindig ik het gesprek met de sterkst mogelijke morele afkeuring. Ik zeg dat ik graag het onderwerp verder wil bespreken maar dat ze, totdat ze geweld afkeuren, ze op mij dezelfde indruk maken als een Klu Klux Klan-lid op een zwarte, of een Nazi op een Jood.

Dit verbijstert mensen. Echt. En daar ligt onze grootste kracht als voorvechters van vrijheid:

Mensen doen alles om te geloven dat ze goed zijn.

Stefan Molyneux

Dit is het tweede deel van de vertaling van Freedom's Failure: A Theory of Cause and Effect.

Lees het eerste deel hier.

De Canadees Stefan Molyneux beheert op Free Domain Radio een van de meest frequente podcastingshows ter wereld.

Vertaling door Stichting MeerVrijheid. Met dank aan J.V.

Over de auteur

Stefan Molyneux is een buitengewoon actieve Canadese libertariƫr. Op zijn site Freedomain Radio staan meer dan 700 podcast die hij in minder dan twee jaar tijd heeft geproduceerd.

Ook schreef hij voor Lew Rockwell.com. Op zijn weblog staan zijn artikelen.

MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl