9 maart 2007
In de Eerste Wereldoorlog kon je nog zeggen dat, dankzij de vrede die bijna honderd jaar had geduurd in West Europa, de jongens die in groten getale naar het front trokken niets wisten van de werkelijke omstandigheden van een oorlog. Maar sinds het populair worden van de "war-nography"; de expliciete romans, films en documentaires over oorlog kan geen jonge man meer zeggen niets te weten over het geweld, de waanzin en de verwarring van de strijd.
Toch zijn er nog altijd jonge mensen die zich aanmelden voor het leger. Waarom? Er zijn natuurlijk een paar economische factoren, maar die zijn minder radicaal op te lossen. Het echte antwoord is eenvoudig: omdat soldaten worden gezien als moreel. Soldaten worden gezien als nobel, moedig, heroïsch en het beste soort van de mensheid. Bij het woord "Marinier" denken we aan: stoer, gedisciplineerd, eerwaardig, toegewijd aan het dienen van het land. Hun begrafenissen worden gelardeerd met vlaggen, saluten en bugels. Zelf nu, nu we de fraude achter de Irak-oorlog kennen, worden elke kritiek op het inzetten van soldaten nog afgetroefd met de sentimentele fantasie over "supporting our troops". Dit standpunt is moreel smerig. Het leger is weinig meer dan een mentaal vernietigde club woestelingen die bereid zijn iedereen te vermoorden waar hun leider naar wijst. Het is de maffia in uniform, vooral in Amerika met vriendelijke buren in het noorden en zuiden, en oceanen in het oosten en westen. Toch gaan jonge mannen nog en masse naar het leger omdat het zo gerespecteerd wordt. Als soldaten in een beschaafde samenleving ontweken zouden worden - zoals nu Klu Klux Klan-leden - zou de leugen geopenbaard worden en zouden miljoenen mensen moord en verminking bespaard blijven.
Dus aan de positieve kant zien we een sociale beweging -de anti-slavernij beweging - die succesvol was door resoluut, volhardend en met passie het absolute kwaad van slavernij af te keuren. Aan de negatieve kant zien we jongen mensen die hun ledematen, verstand en levens willen opgeven omdat de maatschappij ze vertelt dat het de hoogste moraal is om soldaat te zijn.
Deze twee voorbeelden, en er zijn er veel meer, illustreren één basaal punt.
We hebben gefaald als voorvechters van vrijheid omdat we met het verstand argumenteerden in plaats van met het hart. Om het wat algemener te trekken: we hebben geargumenteerd met economische en efficiëntie-argumenten in plaats van met moraal en integriteit. We hebben beargumenteerd dat de overheid gelimiteerd moest worden, of beperkt, of hervormd omdat ze niet doet wat ze belooft, of inefficiënt is, of zichzelf bevoordeelt, of meer van dat soort naargeestige en levenloze redenen. Dat is hetzelfde als argumenteren dat slavernij een ietsje verminderd moet worden omdat het economisch inefficiënt is. Dat is geen roep de barricades om te gaan. Het is een uitnodiging tot gapen.
Zelf nu, nu we de fraude achter de Irak-oorlog kennen, worden elke kritiek op het inzetten van soldaten nog afgetroefd met de sentimentele fantasie over "supporting our troops".Als we doorgaan met deze analytische, abstracte en bloedeloze benadering is de campagne voor vrijheid hopeloos. Dan zijn we verdoemd een leven te leiden van futiliteit en afwijzing. Het resultaat van ons leven zal as, verbittering, futiliteit en wrok zijn. Als we niet naar onze eigen spectaculaire mislukkingen kijken en ze vergelijken met de paar succesvolle morele verbeteringen in de geschiedenis, dan zijn we gedoemd ze te herhalen totdat de maatschappij uiteindelijk inzakt onder het groeiende gewicht van de Staat.
Stefan Molyneux is een buitengewoon actieve Canadese libertariƫr. Op zijn site Freedomain Radio staan meer dan 700 podcast die hij in minder dan twee jaar tijd heeft geproduceerd.
Ook schreef hij voor Lew Rockwell.com. Op zijn weblog staan zijn artikelen.