Ter verdediging van de drugsdealer
Door Walter Block
4 mei 2006
De drugshandel is een slechte zaak die verantwoordelijk is voor de langzame martelende dood van de verslaafde, maar ook voor misdaad, berovingen, gedwongen prostitutie, en soms zelfs moord.
De verslaafde is gewoonlijk voor het leven getekend, zelfs na "afgekickt" te zijn. Tijdens de periode van addictie is het slachtoffer weerloos overgeleverd aan de drug, en bereid om zich elke vernedering en onderdrukking te laten welgevallen, alleen maar om "nog één fix" te verkrijgen.
Hoe kunnen we dan nog twijfelen aan de kwaadaardige natuur van de drugpusher? Hoe kunnen we nog iets goeds zeggen over zo'n sujet?
De ellende die gewoonlijk toegeschreven wordt aan heroïne-verslaving is in werkelijkheid het gevolg van het verbod op drugs, en niet van de addictie zelf. Uitgaande van het feit dat harddrugs verboden zijn, is het juist de verdienste van degene die illegaal drugs verkoopt, iets van de kwalijke gevolgen van het wettelijk verbod weg te nemen.
Het buiten de wet plaatsen van harddrugs zoals heroïne heeft het verpletterende gevolg dat de prijzen zo hoog oplopen dat we ze gerust als astronomisch mogen bestempelen. Als gebruiksgoederen onwettig verklaard worden, dan moeten bij alle kosten voor het kweken, oogsten, zuiveren, vervoer en verhandelen, ook nog de kosten worden opgeteld voor het ontduiken van de wet en de betalingen verbonden met de straffen die worden opgelegd als de wetsontduiking mislukt.
Toen er in de twintiger jaren van de vorige eeuw in Amerika een algemeen drankverbod gold, waren die extra kosten voor klandestien gestookte whiskey niet zo hoog, omdat de wetshandhavers het kalmpjes aandeden, en het publiek niet massaal achter de wetgeving stond. In het geval van heroïne zijn deze extra kosten enorm hoog. De wetgeving inzake hard drugs kan zich verheugen in een ruime publieke steun; er gaan zelfs stemmen op voor nog strengere regels en hogere straffen. In sommige steden ontstonden zelfs burgerwachten en jeugdbendes die op eigen houtje de drugpushers en -gebruikers gingen aanpakken.
Deze groeperingen krijgen verkapte steun van de aanhangers van de (nu zo actuele) "normen en waarden" stroming. Als gevolg werd het nu moeilijker en duurder om de politie om te kopen (wat in de tijden van het alcoholverbod niet zo'n probleem was). Als politieman kijk je wel uit, want als je gepakt wordt, kun je er op rekenen dat de maatschappij je zeer streng zal straffen.
Behalve enorme steekpenningen die aan de politie toegespeeld worden, moeten de drugshandelaren ook hun employees hoge lonen betalen, vanwege de gevaren die zij trotseren bij het smokkelen en de bedrijfsvoering van de fabriekjes waar de drugs klaargemaakt worden voor de straatverkoop. Er is bovendien enige mate van paternalisme vereist om er voor te zorgen dat employees die gepakt worden wegens het omkopen van politici, advocaten en rechters, zo licht mogelijke straffen opgelegd krijgen.
Als heroïne gelegaliseerd zou worden, zou een verslaafde zijn dagelijkse portie drugs kunnen verkrijgen voor de prijs van een brood, volgens onze beste schattingen.
Dit zijn de factoren die verantwoordelijk zijn voor de hoge prijs van heroïne. Als deze kosten, verbonden aan de wetgeving tegen harddrugs, er niet waren, dan zou de prijs niet veel verschillen van die van andere landbouwproducten (tarwe, tabak, sojabonen, etc.) Als heroïne gelegaliseerd zou worden, zou een verslaafde zijn dagelijkse portie drugs kunnen verkrijgen voor de prijs van een brood, volgens onze beste schattingen.
In de illegale handel kan een heroïne-verslaving een volwassene zelfs wel zo'n 100 Euro per dag kosten. Volgens Amerikaanse statistieken besteedt de junk ongeveer $ 35,000 per jaar aan zijn addictie, afhankelijk van aanvoer en marktcondities. Het zal duidelijk zijn dat het juist deze enorme kosten zijn die verantwoordelijk gesteld moeten worden voor het nameloos leed wat gewoonlijk toegeschreven wordt aan heroïne-verslaving.
De gemiddelde junk is doorgaans jong, laag opgeleid, en niet in staat om op eerlijke wijze genoeg geld te verdienen om zijn verslaving te bevredigen. Als hij zich niet verzekert van medische of psychiatrische hulp, ligt zijn enige kans op de dagelijkse "fix" in een leven van misdaad, waar hij uiteindelijk ten prooi zal vallen aan criminele bendes of aan de politie.
Bovendien is de verslaafde crimineel altijd in een veel slechtere positie dan de niet-verslaafde. Deze laatste kan namelijk zelf het beste tijdstip en de beste locatie bepalen voor een beroving. De junk daarentegen, moet het delict begaan zodra hij de behoefte voelt aan een "fix", en tegen die tijd is hij lichamelijk nu juist niet in zo'n beste staat, als gevolg van de onthoudingsverschijnselen die beginnen te werken.
Als we verder in aanmerking nemen dat de gestolen goederen aan een heler verkocht moeten worden, dan wordt het duidelijk dat de junk voor enorme bedragen bij elkaar moet stelen om zijn verslaving te kunnen financiëren. Uitgaande van het jaarlijkse bedrag van $35,000 wat volgens de statistieken nodig is om drugs te kopen, zal er circa
vijfmaal zoveel aan waardevolle goederen gestolen moeten worden, en dat is bijna $200,000 (of bijna 2 ton in Euro's). Dat komt omdat de helers gewoonlijk maar ten hoogste 20% van de waarde betalen van wat ze kopen. Als we die 2 ton vermenigvuldigen met het aantal drugsverslaafden (laten we een schatting maken van 10,000), dan zitten we al op een jaarlijkse schade van 20 miljard, veroorzaakt door drugsverslaafden.
Het kan niet genoeg benadrukt worden dat deze criminaliteit veroorzaakt wordt door het verbod op harddrugs, en niet door de verslaving zelf.
Het kan niet genoeg benadrukt worden dat deze criminaliteit veroorzaakt wordt door
het verbod op harddrugs, en niet door de verslaving zelf. Het is de wetgeving die de prijs van de drugs genadeloos opdrijft en zodoende de verslaafde dwingt tot een criminele en gewelddadige loopbaan, die maar al te vaak eindigt met zijn dood, of met die van een van zijn slachtoffers.
Ter ondersteuning van deze stelling, vestigen we onze aandacht op de kleine, maar zeker niet verwaarloosbare groep van artsen die, doordat ze vrije toegang hebben tot narcotica, zelf daaraan verslaafd zijn geraakt. Voor hen is de prijs geen bezwaar, want de aanvoer is in dit geval niet onwettig. Zij leiden eigenlijk een heel "normaal" leven, en doen nuttig werk waar ze veel voldoening uit putten.--met één extra bijkomstigheid wel te verstaan. Economisch gezien zou het leven voor hen niet eens zo verschillend zijn als zij, in plaats van verslaafd aan heroïne te zijn, als diabeet door het leven zouden moeten, wat in de praktijk wil zeggen: Afhankelijk van insuline.
Wat ook de aard van hun afhankelijkheid is, kunnen deze artsen toch gewoon hun beroep naar behoren uitoefenen. Als echter, door welke oorzaak dan ook, hun legale bron van narcotica zou opdrogen (of het gebruik van insuline zou door toedoen van minder snuggere elementen binnen de wetgevende macht onwettig worden verklaard), dan zouden deze medici plotseling overgeleverd zijn aan de straathoek-dealer, geen controle meer hebben over de kwaliteit van de drugs die zij kochten, en zich gedwongen zien om de torenhoge prijzen van de zwarte markt te betalen. Dat zou het leven voor de dokter een heel stuk moeilijker maken, maar het zou nog geen ramp betekenen, omdat iemand in zijn positie genoeg verdient om de kosten voor zijn verslaving op te kunnen brengen. Maar hoe zit het met de laag-opgeleide verslaafde die in armoede leeft, en deze mogelijkheden niet heeft?
De functie van de heroïne-verkoper, al is dit nooit zijn bedoeling geweest toen hij zijn beroep opnam, is het laag houden van de drugs-prijs. Elke keer als er een paar dealers meer ten tonele verschijnen, gaat de prijs van hun product weer een beetje
naar beneden. Aan de andere kant gaat de prijs telkens
omhoog wanneer het aantal dealers vermindert (omdat ze gearresteerd worden of genoeg krijgen van hun beroeps-ongemakken). Aangezien niet de verkoop of het gebruik van heroïne verantwoordelijk is voor het lijden van de verslaafde, alsmede de criminele vergrijpen die hij pleegt, maar eerder
de hoge prijs van heroïne die het gevolg is van het wettelijk verbod, volgt daaruit dat elke actie die een prijsdaling van de drug tengevolge heeft, een verbetering van de situatie teweegbrengt. Als het probleem veroorzaakt wordt door de hoge kosten, dan moet een verlaging van die kosten beschouwd worden als een oplossing van het probleem.
Maar het is nu juist de drug-dealer die bijdraagt tot de verlaging van de prijs van heroïne, terwijl de "arm der wet" de prijzen opdrijft door de pusher voortdurend de voet dwars te zetten. En daarom moeten we de door vrijwel iedereen verfoeide drugsdealer als de volksheld beschouwen, en niet de populaire "
narc", de alom bewonderde detective van de narcotica-politie.
Legalisatie van heroïne wordt verworpen omdat dit de vooruitgang zou tegenhouden en de beschaving zou vernietigen. Als voorbeeld worden de ervaringen met verslavende drugs in Engeland en in China aangehaald, en we moeten ons daarbij een beeld voor ogen halen van talloze mensen die "stoned als een garnaal" overal op straat liggen. Het argument is dan dat alles wat de maatschappelijke vooruitgang in de weg staat, zoals het wijdverbreid gebruik van harddrugs, verboden dient te worden. Maar er zijn ook wel andere dingen die deze maatschappelijke vooruitgang belemmeren, en die toch niemand zou willen verbieden--vrijetijdsbesteding bijvoorbeeld. Als de werkende klasse 90% van het jaar met vakantie zou gaan, dan zou dat "de vooruitgang" zeker schade toebrengen. Moeten lange vakanties dan verboden worden? Nee toch! We kunnen hier nog aan toevoegen dat het wettelijk verbod niemand die harddrugs wil kopen daar vanaf houdt. Vroeger trof je drugs alleen maar aan in de verloederde centra van de grote steden; tegenwoordig kun je ze op een straathoek in een keurige villawijk kopen, en zelfs op schoolpleinen.
In het voorbeeld van de Chinese drug-episode werden de Chinezen onder zware "diplomatieke" druk (lees: oorlog)
gedwongen om opium te accepteren van Britse kooplieden. Legalisatie van verslavende drugs daarentegen, zou niemand echt
dwingen om die ook werkelijk te gaan gebruiken. Het uitsluiten van dwang is dan ook de voornaamste reden waarom het verbod op harddrugs geschrapt zou moeten worden.
In het Britse geval (legale verstrekking van drugs tegen lage kosten, door een arts of een erkende kliniek), is als argument aangevoerd dat het aantal verslaafden sterk toenam sinds goedkope drugs beschikbaar werden gesteld. Maar deze toename berust op een kunstmatig veroorzaakte statistische fout. Voorheen hadden verslaafden er moeite mee zich als zodanig bekend te maken, gezien de onwettigheid van drugsgebruik. Zodra hun addictie niet langer verboden was en drugs voor een lage prijs verkrijgbaar waren, nam hun aantal, statistisch gezien, toe. De Britse gezondheidsdienst verstrekt
uitsluitend drugs aan verslaafden die zich hebben laten registreren. Het zou inderdaad verbazing wekken als er onder deze omstandigheden een werkelijke toename zou zijn van het aantal verslaafden.
Nog een tweede oorzaak voor de toename van het aantal statistisch
getelde drugsverslaafden is de migratie vanuit andere landen van het Britse Gemenebest naar het moederland. Deze plotselinge immigratiegolf kan zeker wel voor tijdelijke aanpassingsproblemen zorgen, maar kan nauwelijks aanleiding geven tot kritiek op het Britse plan. Integendeel, deze gang van zaken getuigt van vooruitzicht en progressiviteit. Om dit programma de schuld te geven voor een toename in het drugsprobleem zou ongeveer hetzelfde zijn als Dr. Christiaan Barnard (de chirurg die de eerste harttransplantatie verrichtte) verantwoordelijk te stellen voor de toename van het aantal kandidaten voor een hartoperatie in Zuid-Afrika.
Samenvattend kunnen we zeggen dat heroïneverslaving weliswaar een totaal verwerpelijke sociale misstand is, die de samenleving niets goeds brengt, en in die zin kunnen we het in wijde kring bekendmaken van het verderfelijke van een verslaving alleen maar toejuichen. Het verbod op heroïne en andere harddrugs heeft evenwel geen enkel nut. Het heeft voor velen alleen maar tot nameloos leed en sociale onrust geleid. Om deze boosaardige wet te handhaven zorgt de narcotica-brigade er voor dat de prijzen hoog blijven, waardoor de ellende nog groter wordt. Het is juist de drugsverkoper, die uit hoofde van zijn koopmanschap de prijzen laag probeert te houden, en daarbij een groot persoonlijk risico loopt. Hij redt zowaar levens en brengt nog een klein beetje verlichting in de algehele narigheid.
Vertaling: Wilhelm Godschalk voor Stichting MeerVrijheid