De logica van de bureaucratie - deel 1

Door Redactie

1 november 2005

Overheidsbureaucratieën zullen nooit de beloftes die ze maken kunnen vervullen, simpelweg omdat ze geen marktinstituten zijn. Er is geen enkele manier om te bepalen hoe efficiënt een bureaucratie is, aangezien er in tegenstelling tot op de vrije markt geen winst en verlies bepalingen zijn in de publieke sector, enkel budgetten en begrotingen.

De grootte van het budget van een bureaucratie heeft niets te maken met de vraag hoe goed het aan de wensen van de klanten tegemoetkomt, aangezien er geen klanten zijn zoals die er wel in de vrije markt zijn. In plaats daarvan worden de groottes van budgetten bepaald door arbitraire bureaucratische regels en door politieke overwegingen.

Beslissingen hoeveel uit te geven zijn binnen een bureaucratie ook economisch arbitrair, zoals Ludwig von Mises in zijn klassieker Bureaucracy uit 1944 uitlegt: Er is geen winst of verlies en dus geen feedback tussen producent en consument. Dit wordt vooral duidelijk op die zeldzame momenten dat een bureaucratie in zijn uitgaven moet snijden. Er is geen enkele manier waarop een bureaucratie kan evalueren wat de relatieve bijdrage van elk stuk geïnvesteerd kapitaal of arbeid is geweest, noch wat de relatieve waarde is van elke productie of dienst. Het is allemaal gokwerk.

In de politiek is falen juist succes. Hoe slechter een overheidsbureaucratie presteert, hoe méér geld het krijgt.
Omdat er geen rationele economische calculatie plaatsvindt, zullen politieke motieven het vacuüm vullen. In de politiek is falen juist succes. Hoe slechter een overheidsbureaucratie presteert, hoe méér geld het krijgt. De budgetten van alle federale ‘nationale veiligheid’ agentschappen zijn enorm gestegen sinds 11 september, juist vanwege hun spectaculaire falen.

Het budget van de NASA groeide nadat een spaceshuttle explodeerde; des te slechter overheidsscholen presteren, des te meer geld ze ontvangen; de oorlog tegen drugs is elk jaar weer een abominabele mislukking, wat garandeert dat we er elk jaar weer meer geld tegenaan gooien; en ga zo maar door. Dit is exact het omgekeerde van wat op de vrije markt gebeurt, waar succes in het bevredigen van de behoeften van consumenten juist beloond wordt en falen afgestraft.



Alle overheidsbureaucratieën hebben krachtige prikkels om te groeien, onafhankelijk van de vraag of zulke groei wel goed is voor hun klanten. Elke bureaucraat is inherent een imperiumbouwer, omdat hij weet dat ie zo zijn carrière kan bevorderen. De route naar promotie is het managen van grotere en beter betalende bureaucratieën: dit bewijst dat men een groot aantal mensen kan ‘managen’.

En omdat er in overheidsinstanties geen winst of aandeelhouders zijn, profiteren bureaucraten persoonlijk juist door het uitgeven van belastinggeld aan allerlei leuke extraatjes – een uitgebreide staf mensen, reisjes, mooie kantoorruimte, etc. Er zijn dus ingebouwde prikkels om het aantal ondergeschikte bureaucraten te verhogen, los van de vraag wat dit betekent door publieke dienstverlening. Het maximaliseren van kosten karakteriseert alle overheidsbureaucratieën, terwijl op de vrije, competitieve markt kosten juist geminimaliseerd worden. En dan hebben we het nog niet eens over de beruchte gebrekkige kwaliteit van overheidsdiensten.

Omdat het niet de wensen van de consumenten zijn die een centrale rol spelen bij het nemen van beslissingen in bureaucratieën, worden beslissingen juist gebaseerd op basis van Byzantijnse regels en voorschriften. Zoals Mises in Human Action schreef: 'Wanneer de werking van een systeem niet bepaald wordt door het winstmotief, moet het wel geleid worden door bureaucratische regels.’ Dit is natuurlijk dodelijk als je een efficiënte en winstgevende onderneming wilt runnen. De IJzeren Wet van de Bureaucratie zegt dan ook dat geen enkele overheidsbureaucratie op een efficiënte manier kan werken.

De IJzeren Wet van de Bureaucratie zegt dat geen enkele overheidsbureaucratie op een efficiënte manier kan werken.
Het essentiële verschil tussen de dynamiek van de organisatie in een bedrijf en in een overheidsinstelling is als volgt: de baas van een bedrijf kan een manager van een afdeling gemakkelijker relatief vrij laten om zelf te beslissen wat de beste bedrijfsvoering is. Aan de hand van de criteria van winst en verlies is het eenvoudig om te zien of een afdeling efficiënt functioneert, aan de wensen van de consumenten tegemoetkomt, en dus of ze kan blijven bestaan of gereorganiseerd moet worden. Dit voorkomt dat een manager zomaar bakken met geld kan gaan uitgeven, of juist dat ie door een enorme berg regelgeving en voorschriften in toom gehouden moet worden. De tucht van de markt doet dat voor hem.

Maar in een overheidsinstelling is er geen winst of verlies, enkel budgetten. Wanneer nu de baas de vrije hand geeft aan een manager, zal deze steeds meer geld kunnen besteden zonder dat ie daarvoor zijn dienstverlening hoeft te verbeteren, maar gewoon zijn eigen organisatie kan laten groeien. Hij hoeft immers geen rekening te houden met concurrentie en winst en verlies. Omdat zelfs een baas van een bureaucratie hier, zeker door politieke druk, niet gelukkig mee zal zijn, moet hij maatregelen verzinnen om de managers in toom te houden en efficiënt te laten functioneren. De oplossing: excessieve regulering en voorschriften waarna de manager en zijn afdeling zich moeten houden. Deze bureaucratische rompslomp kost echter zelf geld, en doodt elke creativiteit, ondernemerschap enzovoorts die mogelijk nog in de organisatie aanwezig waren.

Dit fundamentele dilemma van de bureaucratie – de vrije hand geven waardoor de kosten de pan uit zullen rijzen, of excessieve regulering en voorschriften om dit te voorkomen – zie je dagelijks terug in de kranten: aan de ene kant geweeklaag over de kilo’s papier met voorschriften die Den Haag aan bijvoorbeeld scholen of zorginstellingen stuurt en de daaropvolgende oproepen om de mensen op de werkvloer juist meer vrijheid en vertrouwen te geven, en aan de andere kant steeds verder uitdijende bureaucratieën die zonder consequenties geld kunnen verspillen. Het probleem is dat zolang een dienstverlening door de overheid zal worden gedaan, dit onoverkomelijk is, en dat ofwel de uitgaven ofwel de hoeveelheid regels en voorschriften binnen een bureaucratie zal blijven stijgen, en meestal zijn zelfs beide het geval.

Kijk hier voor deel 2 van 'De Logica van de Bureaucratie'.


Dit artikel is een gedeeltelijke en vrije vertaling van The Futility of Bureaucracy van Thomas DiLorenzo, aangevuld met eigen tekst door Koen Swinkels. Thomas DiLorenzo schreef onder andere How Capitalism Saved America en Official Lies.


Gerelateerde links:
- Govert, Ministerie van Speciale Zaken
- Murray Rothbard: De Mythe van de Efficiënte Overheidsdienst


MeerVrijheid
webmaster@meervrijheid.nl