Rosa Parks: Winstbejag tegen Racisme
Door Thomas Sowell
28 oktober 2005
De dood van Rosa Parks herinnerde ons aan haar plaats in de geschiedenis als een zwarte vrouw wier weigering haar plaats in de bus af te staan aan een blanke man, zoals voorgeschreven door de Jim Crow-wetten van Alabama, de vonk was waarmee de burgerrechtenbeweging van de 50er en 60er jaren begon.
De meeste mensen kennen de rest van het verhaal echter niet. Waarom was er überhaupt een rassenscheiding in het openbaar vervoer. "Racisme" zullen sommigen zeggen, en er was zeker een hoop racisme in het Zuiden, al sinds eeuwen. Maar een scheiding van zitplaatsen in bussen en trams op basis van ras was er niet al eeuwen.
Het scheiden van zitplaatsen in het openbaar vervoer begon in het Zuiden pas aan het einde van de 19de, begin 20ste eeuw, dus het was er niet sinds mensenheugenis zoals veel mensen veronderstellen.
Zij die de overheid als de oplossing voor sociale problemen zien zijn wellicht verbaasd om te horen dat het juist de overheid was die dit probleem veroorzaakte.
Veel, zoniet de meeste, gemeentelijke vervoerssystemen waren in de 19de eeuw particuliere bedrijven en de eigenaren hadden er geen belang bij om de rassen te scheiden.
Veel, zoniet de meeste, gemeentelijke vervoerssystemen waren in de 19de eeuw particuliere bedrijven en de eigenaren hadden er geen belang bij om de rassen te scheiden.
Misschien dat de eigenaren zelf wel racistisch waren, maar ze hadden hun bedrijf om winst te maken; en je maakt geen winst door veel van je klanten van je te vervreemden. De vraag naar gescheiden zitplaatsen was te klein om het te laten ontstaan.
Het was de politiek die de rassen scheidde omdat het belang van het politieke proces anders is dan die van het economische proces. Zowel zwarten als blanken gaven geld uit om met de bus te gaan maar, nadat de zwarten eind 19de, begin 20ste eeuw niet meer mochten stemmen telden alleen nog maar de blanke stemmen in het politieke proces.
Het was niet nodig dat een overweldigende meerderheid van de blanke kiezers rassenscheiding eisten. Als er maar een paar waren, en de rest het niet uitmaakte, dan was dat politiek gezien voldoende, want wat de zwarten wilden, telde niet toen ze hun stemrecht kwijt waren.
De belangen van het economische systeem en de belangen van het politieke systeem waren niet alleen anders, ze botsten met elkaar. De private eigenaren van tram-, bus- en spoorwegmaatschappijen in het Zuiden lobbyden tegen de Jim Crow-wetten toen ze werden opgesteld, ze probeerden ze aan te vallen in de rechtbank toen ze waren aangenomen, en toen dat ook mislukte, probeerden ze ze tegen te werken.

In sommige plaatsen vertraagde deze tactiek de uitvoering van de Jim Crow-wetten een paar jaar. Daarna werden er werknemers gearresteerd omdat ze dit soort wetten weigerden uit te voeren en minstens één directeur van een trammaatschappij werd bedreigd met een gevangenisstraf als hij zich niet aan de wet hield.
Niets van dit verzet was gebaseerd op een verlangen naar burgerrechten voor zwarten. Het was gebaseerd op de angst geld te verliezen als rassenscheiding ertoe zou leiden dat zwarte klanten minder gebruik zouden maken van openbaar vervoer dan dat ze zouden hebben gedaan zonder deze beledigende wetten.
Net zoals het in de politiek niet nodig was dat een overweldigende meerderheid van de blanken een rassenscheiding eisten om het toch te krijgen, was het ook niet nodig dat een overweldigende meerderheid van de zwarten zouden stoppen om met trams, bussen of treinen te reizen om toch de eigenaren van die vervoerssystemen het verlies te laten voelen als een paar zwarten er minder gebruik van zouden maken dan dat ze anders gedaan zouden hebben.
Mensen die het feit dat bedrijven er "alleen maar zijn om geld te verdienen" afkeuren begrijpen zelden de implicaties van wat ze zeggen.
Je verdient geld door te doen wat andere mensen willen, niet wat jij wil. Het geld van zwarten was net zo goed als het geld van blanken, ook toen dat niet gold voor hun stemrecht.
In het begin betekende de rassenscheiding dat niet alleen zwarten niet in het blanke gedeelte mochten zitten maar ook andersom. Maar blanken die moesten staan terwijl er nog vrije plaatsen waren in het zwarte gedeelte, protesteerden. Daarom werd de regel geïntroduceerd dat zwarten hun zitplaats moesten afstaan aan blanken. Met onjuiste maar goed klinkende argumenten zorgden rechters ervoor dat de gelijkheid die werd gegarandeerd door het 14de Amendement werd afgeschaft. Rechteractivisme kan alle kanten opgaan.
En toen kwam Rosa Parks, na meer dan een halve eeuw van politieke getruuk en fraude door rechters.
Thomas Sowell
Dit artikel verscheen eerder op
Capitalist Magazine en werd door
Meervrijheid vertaald.
Gerelateerde links:
-
De Overheid als Veroorzaker van Haat en Discriminatie
-
Het Fenomeen Discriminatie Verdedigd
-
Het Recht om te Discrimineren
-
'Discrimineren is een Mensenrecht'