3 augustus 2005
Het punt is om de protectionisten, die de "vloedstroom" van "goedkope buitenlandse producten" willen stoppen, te ridiculiseren. Het stoppen van de zons competitie met door de mens gemaakte verlichting zal inderdaad de vraag naar kaarsen doen toenemen, maar consumenten verliezen meer dan producenten winnen. In andere geschriften breidt Bastiat zijn spot verder uit: protectionisme is zijn favoriete onderwerp, maar ook bekritiseert hij socialisme, inkomensherverdeling en overheidswerkverschaffing, en weerlegt stellingen van critici van werknijverheid, tussenhandelaren en industrialisering.
Bastiat is ook de auteur van een van de beste essays over 'opportunity costs' ooit geschreven, 'What Is Seen and What Is Not Seen'. Hij begint met een parabel: een jongen breekt een raam. Wat is het resultaat voor de maatschappij. De baten lijken zich te verspreiden: de eigenaar van de winkel betaalt de glasmaker om het raam te vervangen, de glasmaker koopt op zijn beurt weer iets anders, enzovoorts. Maar deze analyse negeert datgene "wat niet wordt gezien", wat de eigenaar van de winkel had kunnen kopen in plaats van het vervangen van het raam – misschien een nieuw paar schoenen. Zoals Bastiat schijft:
"Er zijn niet slechts twee mensen, maar drie, in het kleine drama dat ik heb gepresenteerd. De ene…verbeeldt de consument, wiens baten zijn gereduceerd tot één in plaats van twee. De ander, de glasmaker, laat ons de producent zien wiens industrie baat heeft bij het ongeluk. De derde is de schoenmaker…wiens industrie eveneens nadeel ondervindt van dezelfde gebeurtenis. Het is de derde persoon die altijd in de schaduw staat, en die verbeeldt wat niet wordt gezien en die een essentieel onderdeel van het probleem is. (1964b, p.4)De les: wanneer de overheid handelt, weeg dan de observeerbare baten af tegen hetgeen door de overheid wordt verdrongen. Uitgaven aan defensie kunnen miljoenen aan het werk helpen; maar probeer je voor te stellen wat die miljoenen hadden kunnen doen als de belastingbetalers hun eigen geld hadden kunnen houden en zij het hadden kunnen uitgeven zoals zij zelf wilden.
"Ik ben niet een van hen die zegt dat de voorstanders van protectionisme gemotiveerd worden door eigenbelang. In plaats daarvan geloof ik dat de weerstand tegen vrijhandel gebaseerd is op misvattingen, of, als dit de voorkeur heeft, halve waarheden". (1964, p. 3).Volgens Bastiat is dus de voornaamste reden voor protectionisme en ander welvaartsreducerend beleid niet de organisatie van deelbelangen, maar de tendens van een democratie te letten op de publieke opinie – correct of incorrect. Recent onderzoek suggereert dat deze simpele verklaring een goede wetenschappelijke basis heeft. (Caplan 2002)