26 mei 2005
Het Parool berichtte gisteren:
Alle ontkenningen van minister Zalm van Financiën en alle nuanceringen van het Centraal Planbureau ten spijt: de gulden was bij de introductie van de euro wel degelijk ondergewaardeerd.
Dit zegt André Szász, oud-directeur van De Nederlandsche Bank, morgenavond in het televisieprogramma Zembla, dat geheel gewijd is aan het 'eurobedrog'.
De woorden van Szász in Zembla leiden, ruim vóór de uitzending, tot opwinding bij Gerrit Zalm, die op zijn internetdagboek afstand neemt van de uitzending. Ook zet Zalm zich af tegen Szász. Die zou niet op de hoogte zijn van de inhoud van het stuk dat het CPB onlangs over de euro schreef. Maar dat is Szász wel, zo bevestigt deze.
Szász herhaalt de woorden van zijn opvolger, Henk Brouwer, directeur van DNB, die op 30 april in deze krant erkende dat de gulden ten opzichte van de D-mark was ondergewaardeerd en daardoor vijf tot tien procent te laag overging in de euro. Zalm kwalificeerde uitspraken over de onderwaardering als 'indianenverhalen'.
Szász is de grootste monetaire expert die Nederland kent. Hij is de architect van de koppeling van de gulden aan de Duitse mark, was de steun en toeverlaat van de centrale bankiers Jelle Zijlstra en Wim Duisenberg en loodste hen door alle naoorlogse valutacrises heen.
Szász zegt in Zembla dat de onderwaardering van de gulden in het hele eurogebied leidde tot extra hoge inflatie. Doordat Den Haag dit ontkende en negeerde, werd de overspannen economie niet bijgestuurd. In plaats van te bezuinigen, werd veel geld uitgegeven. Dit schrijft deze week ook het vakblad The Economist.
Volgens Szasz heeft de Nederlandse politiek tevens verzuimd de burgers voor te bereiden op de komst van de euro. ''Men had moeten uitleggen waarom de euro er is en wat het impliceert.'' Nu dat onvoldoende is gebeurd, richt de woede van de burger over de hoge prijzen zich op de munt.