29 december 2004
Welnu, er is misschien niets dat weerzinwekkender of boosaardiger is dan smaad. We moeten daarom bijzondere zorg besteden om het recht op vrijheid van meningsuiting van smaders te verdedigen, want als zij kunnen worden beschermd, dan zullen de rechten van alle anderen -- die niet zoveel aanstoot geven -- zeker veiliger zijn. Maar als het recht op vrijheid van meningsuiting van smaders en lasteraars niet beschermd is, dan zullen de rechten van anderen minder veilig zijn.
De reden dat progressieven niet betrokken zijn geweest bij de bescherming van de rechten van smaders en lasteraars is duidelijk -- smaad is rampzalig voor reputaties. Wrede verhalen over verloren banen, vrienden, etc., zijn er in overvloed. Terwijl zij verre van bezorgd waren over het recht op vrijheid van meningsuiting van de smader en lasteraar, zijn progressieven bezorgd geweest over het beschermen van diegenen wier reputaties vernietigd zijn, alsof dat op zichzelf onvergeeflijk was. Maar het spreekt voor zich dat het beschermen van de reputatie van een persoon niet van absolute waarde is. Als dat zo was, dat wil zeggen, als reputaties echt heilig waren, dan zouden we de meeste categorieën van zwartmaking moeten verbieden, zelfs waarheidsgetrouwe categorieën. Negatieve literaire kritiek, satire in films, toneelspelen, muziek of boekrecensies zouden niet toegestaan kunnen worden. Alles wat de reputatie van enig individu of van enige organisatie vermindert, zou verboden moeten worden.
Natuurlijk zouden progressieven ontkennen dat hun bezwaar tegen laster en smaad vereist dat ze de bovengenoemde opvatting accepteren. Ze zouden toegeven dat de reputatie van een persoon niet altijd kan worden beschermd, dat ze soms moet worden opgeofferd. Maar dit praat de smader nog niet goed, zouden ze kunnen zeggen. Want de reputatie van een persoon is niet iets wat lichtvaardig moet worden genomen. Ze mag niet worden geschaad zonder goede reden.
Een mens bezit zijn reputatie niet, net zomin als hij de gedachten van anderen bezit. |
Walter Block is professor economie aan de Loyola University in de V.S.
Als student in 1963 was Block bepaald geen voorstander van vrije markten. Tijdens een bezoek van Ayn Rand aan Brooklyn College daagde Block haar en Nathaniel Branden uit tot een debat met de woorden: "Er is een socialist die met u wil debatteren". Hoe dat verder verliep beschrijft Block in zijn artikel On Autobiography.
Walter Block heeft enorm veel publicaties op zijn naam staan. Defending the undefendable is zijn bekendste werk en is ook in het Nederlands verkrijgbaar.