30 november 2004
Al meer dan 25 jaar zijn de verschillende milieubakken een vertrouwd onderdeel van ons straatbeeld. Al net zo vertrouwd als de eerzame burger die op zaterdagochtend met een doos lege wijnflessen op het stuur van zijn fiets en een stapel kranten onder de snelbinder zijn vuil gaat verdelen over de verschillend gekleurde containers verderop in de wijk. Groen glas gaat in de groene bak, bont in de bruine. En daarna verdwijnen de kranten en folders van die week in de gleuf van de bak verderop. En ook thuis werd het afval van het eten netjes in de groenbak gestort in plaats van in de grijze zak.
Vroeger was dat wel anders, toen ál het afval domweg in die ene KOMO zak verdween. Deze werd dan iedere week opgehaald door de vuilnisman, om vervolgens in de oven tot as te verbranden. Maar al dat afval was een hoop mensen een doorn in het oog. Afval dat deels overbodig zou worden met de toepassing van gescheiden inzameling. Papier kon dan eenvoudig opnieuw worden gebruikt, evenals glas, metaal en plastic. En met het groenafval kon je heel nuttige compost maken. De introductie van deze vuilscheiding werd beargumenteerd met het feit dat we met ons huidige consumptiepatroon al snel zouden omkomen in ons eigen afval.
En sindsdien scheiden we het afval. Ook brengen we lege batterijen terug naar de winkel en komt de Gemeente met aparte auto’s het klein chemisch afval afhalen. Al met al een behoorlijke investering, waardoor de Gemeentebelastingen toch echt moesten worden aangepast. Een tijdelijke aanpassing natuurlijk, want de opbrengst van deze inzameling zou zichzelf spoedig terugbetalen. Dus liet de burger een verdrievoudiging van zijn afvalstoffenheffing toe en begon het grote sorteren in de huishoudens.
Dertig jaar recyclen we ons afval inmiddels al weer en dus wordt het hoog tijd dat de balans van het meest omvangrijke milieuproject uit de jaren ‘80 eens wordt opgemaakt. Meteen valt dan op dat het grootste gedeelte van de financiën nog altijd wordt opgebracht door de burger zelf. De opbrengst uit het gesorteerde afval levert door de enorme verwerkingskosten vrijwel niets op. Sterker nog, er moet zelfs geld bij.
Te veel kosten gaan namelijk zitten in de inzameling en sortering van het gescheiden afval. Waar vroeger één vuilniswagen alles ophaalde, geschiedt dat nu met verschillende wagens. En al die wagens hebben hun eigen personeels-, onderhouds- en brandstofkosten. Het sorteren geschiedt vervolgens door rapende mensenhanden. Natuurlijk gebruikt de Gemeente het sorteercentrum als één groot herintegratieproject en vervangt het de Sociale Werkplaats van weleer, maar dat maakt het nog altijd niet echt voordelig.
En vervelend genoeg halen de sorteerders niet al verontreinigingen uit het vuil. Helaas maken een paar stukjes strokarton tussen het papier de gehele productie al waardeloos. En dat zelfde probleem bestaat er met glas. Zo worden ovenschalen van een heel ander soort glas gemaakt dan wijnflessen. Een scherf van zo’n schaal maakt het eindproduct een tot gevaarlijk goedje. Spanningsverschillen in de hernieuwde fles zorgen namelijk voor een vervelend bijeffect: de fles kan op een willekeurig moment uit elkaar spatten.
En met al die verschillende soorten plastic en metaal schiet het ook al niet op. De samenstelling is dusdanig variabel dat je er alleen laagwaardige producten van kunt maken. Zo kun je van plastic donkere kunststof plankjes persen. En de mix van metalen zorgt voor een broos soort materiaal wat alleen geschikt is voor palen van verkeersborden. Hierdoor is de opbrengst ervan dan ook gering.
Ook groenafval is lastig te sorteren. Veel afvalresten die er niet in horen moeten met de hand worden verwijderd. Denk daarbij aan papieren koffiefilters, kattenbakkorrels, verpakkingsmateriaal en ander abusievelijk weggegooid afval dat ertussen zit. In sommige gemeentes speuren er weliswaar milieuambtenaren de bakken af en delen daarop gele kaarten en boetes uit, maar ook dat helpt slechts mondjesmaat. En het sorteren zelf is sowieso al een groot probleem. Weinig mensen zijn namelijk bereid om met gevaar voor de eigen gezondheid deze troep uit de schimmelende massa te vissen. De eerste Gemeentes zijn dan ook al gestaakt met de sortering en storten het groenafval bij het overige afval met het argument dat daardoor minder CO2 wordt geproduceerd dan bij compostering.
Hans Bennink (1969) is van beroep internetprovider en is daar sinds 1996 professioneel mee bezig na een studie International Business aan de HEAO.
Uit zijn pennevruchten -die vaak op de actualiteit inspelen- komt zijn streven naar een vrijere maatschappij tot uiting. Het is daarbij zijn overtuiging dat uit het kunnen maken van keuzes de verrijking en verdieping van de mens tot haar volste wasdom kunnen komen.